De schutsluis in de afsluitdam door het Haringvliet Zoals in de nummers 4 en 7 van deze Berichten is ter sprake gebracht zal een schutsluis in de Haringvlietdam nodig zijn voor het doorlaten van aannemersmaterieel ten behoeve van de onderhoudswerken der sluizen en voor het schutten van de vissersvloten van Stellendam, Goedereede en Ouddorp. In verband met het onbruik baar worden van de bestaande haventjes zijn bij de schutsluis voorhavens geprojec teerd waar deze vloten een ligplaats kunnen vinden. Dit complex van werken zal reeds tijdens de bouw van de afsluitdam goede diensten kunnen bewijzen. Het is geschikt voor de opslag van de grote hoeveelheden stortsteen e.d. die bij de afsluitingswerken in het Haringvliet gebruikt zullen worden, alsmede voor de aanvoer van materiaal en werktuigen naar de zeezijde van de afsluitdam tijdens de sluitingsfase van het werk, wanneer de huidige vaargeul zal zijn geblokkeerd. De afmetingen van de sluis zijn erop berekend dat de meeste grote bokken en drijvende kranen, baggermolens en zuigers kunnen passeren. De breedte is vastgesteld op 16 m. De lengte is 144 m, zodat de grootste van de thans bestaande zandbakken, die een inhoud hebben van 1600 m3, tezamen met een sleepboot, kunnen worden doorgeschut. De afmetingen van de sluiskolk maken het mogelijk dat vier elevatorbakken van 300 a 400 m3 met twee sleepboten of twee bakken van 600 a 700 m3 en twee sleepboten tegelijk kunnen worden geschut. Een eventueel zandwinningsbedrijf buiten de afsluiting zal per doorvaart 1200 a 1600 m3 zand kunnen vervoeren, zodat de jaarcapaciteit van de sluis op enige miljoenen kubieke meters kan worden gesteld. Bij de ontworpen afmetingen van de schutsluis kan de vissersvloot van Goedereede in twee gedeelten passeren; de huidige vloot van Stellendam kan in haar geheel in één keer worden doorgeschut. Andere dan genoemde scheepvaart zal, naar wordt verwacht, weinig voorkomen. De sluisafmetingen zijn echter zo ruim dat coasters en grote binnenvaartuigen gemak kelijk kunnen worden doorgelaten. Omdat de grote kolk in de meeste gevallen slechts gedeeltelijk met schepen zal zijn gevuld, is een tussenhoofd ontworpen dat de sluis scheidt in twee gedeelten, waarvan het buitenste een nuttige lengte zal krijgen van 45 m, het binnenste een lengte van 84 m. In de grootste van deze kolken kan een grote elevatorbak nog juist worden geschut; de kleine kolk kan onder meer worden gebruikt voor het doorlaten van enkele vissers schepen of jachten. Op deze wijze zal de hoeveelheid zout die telkenmale bij het openen van de sluis het afgesloten Haringvliet binnenkomt tot een minimum kunnen worden beperkt. Aangezien de hoogte van het tussenhoofd en van de daarin aanwezige deuren geüjk zal worden aan die van het buitenhoofd, zodat een dubbele kering aanwezig is, zijn afzonderlijke stormvloeddeuren niet nodig. De deuren en wanden van deze beide sluishoofden en de daartussen gelegen kleine kolk zullen reiken tot N.A.P. 6,50 m, waarbij rekening is gehouden met een ontwerpstormvloedstand van N.A.P. 5,30 m en met enige golfoploop. De deuren en wanden van het binnenhoofd zullen een hoogte verkrijgen van N.A.P. 4 m. De drempel van de sluis wordt op N.A.P. 5 m gelegd, zodat ook tijdens laagwater alle bovengenoemde vaartuigen, die een diepgang hebben tot ca. 3,50 m, kunnen worden geschut. Lengtedoorsnede en bovenaanzicht van de schutsluis 20 SC HUTLENGTE 144 50 ^TRTT.IllllimTnTTTT^ RIVIERZIJDE A - BEDIENINGSRUIMTE EN KANTOOR SLLH5MEESTER B-C-D- BEDtENINGSRUIMTEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 12