Aanleg van de binnenmijnsteenkade zeer sterk gaan toenemen. De aanleg van de zandvoet zowel als van de mijnsteenkade zou daardoor zeer worden bemoeilijkt en met steeds meer materiaalverlies gepaard gaan. Om zonodig deze laatste 150 m snel en zeker te kunnen blokkeren waren in de aannemingsovereenkomst 13 caissons opgenomen. Bij een snelle aanleg (d.w.z. grote verwerkingscapaciteiten van zand en mijnsteen) en een goed gekozen programma (t.o.v. spring- en doodtij) bestond echter zeer wel de mogelijkheid dat minder of helemaal geen caissons behoefden te worden gebruikt. Een hiertoe in de aannemingssom opgenomen premie heeft de aannemer inderdaad gestimuleerd tot een zodanige wijze van uitvoeren dat alle 13 caissons konden worden uitgespaard. Terwijl aanvankelijk het voornemen heeft bestaan de zwaardere buitenmijnsteenkade het snelst vooruit te bouwen is in de uitvoering de voorrang gegeven aan de binnen- mijnsteenkade. Deze kade werd met behulp van kipauto's aangelegd met de kruin op N. A.P. 2 m en verkreeg golfbestendigheid door een strandje, dat er direct daarop- volgend aan de zeezijde (en dus binnen het profiel van de te maken dam) tegen aan werd gespoten. In het laatste stadium, toen bleek dat als gevolg van de toegenomen stroom de zand voet niet tot de voorgeschreven hoogte van N.A.P. lm kon worden opgewerkt, geschiedde het vooruitbouwen van de kade met een drijvende kraan. De stroomsnel- heden liepen hierbij op tot maximaal 2,2 m/sec. Op 16 juni werd de kade aangesloten op de caissonreeks. Het zand werd door de zuiger 'Beverwijk 33' gewonnen en met bakken vervoerd. Voor een deel werd het rechtstreeks naar de plaats van bestemming gebracht en daar geklapt, voor een ander deel werd het via de perszuiger 'Sliedrecht 10' in het werk geperst. Tussen de begrenzingen gevormd door de eerder genoemde caissonreeks en de mijnsteenkaden kon het zandlichaam worden opgespoten. In totaal werd ca 760 000 m3 zand aangebracht. Eind augustus is een begin gemaakt met het profileren van het damlichaam, waarvoor twee bulldozers werden gebruikt. De bekledingen Behoudens op de binnenberm en het binnentijbeloop, waar respectievelijk klei en betonblokken zijn aangebracht, werden de bekledingen wederom van asfalt gemaakt. Op het werkterrein bij de loswal van het dijkvak over de Plaat van Onrust bevonden zich twee asfaltmenginstallaties met een gezamenlijke productie van 75 ton/uur. Grind, zand en bitumen werden per schip aangevoerd; vulstof gedeeltelijk per schip en gedeeltelijk per as. Op het binnenbeloop, op de kruin en boven de drie meter brede berm op het buiten beloop werd eenzelfde bekleding van grindasfaltbeton en asfaltbeton aangebracht als is toegepast bij het dijkvak aansluitend op de Walcherense oever. Op het buitentijbeloop werd in afwijking van de reeds eerder gemaakte dijkvakken een laag lichte stortsteen aangebracht en gepenetreerd met gietasfalt dat niet zo stijf is als asfaltbeton. De ervaringen bij het verwerken van asfaltbeton in de tijzone, als mede het feit dat daar naderhand veelal scheuren zijn geconstateerd, hadden de wen selijkheid aangetoond van het toepassen van een flexibeler constructie met een minder diep gelegen teen, die uitgevoerd zou kunnen worden met minder handelingen per tij. Bovendien bleek uit het onderzoek volgens de inmiddels ontwikkelde methode van het elektrische analogon, waarover in het Driemaandelijks Bericht nr 13 verslag is gedaan, dat met het oog op de wateroverdrukken onder de asfalt de voorkeur zou moeten worden gegeven aan een zwaardere bekleding. Een eerste laag gepenetreerde stortsteen, ter dikte van ca. 30 cm en reikend van de teen tot juist boven HW, werd aangebracht zodra de aanleg van de mijnsteenkade was voltooid. Reeds in het afgelopen zomerseizoen, waarin vele dagen harde wind en zelfs storm voorkwamen, bleek dat hiermee een snelle en effectieve verdediging van de mijn- steen tegen golfaanval kan worden verkregen. Tegen golfoverslag en onderspoeling van randen is deze constructie zeer goed bestand. Onderspoelde randen breken niet af maar buigen bij en blijven derhalve een afdekking van het onderliggende materiaal vormen. De tweede laag gepenetreerde stortsteen, ter dikte van 60 cm, werd naderhand en in een langzamer tempo aangebracht. Teneinde tijdens het opspuiten van het zandlichaam de in de dijk optredende hoge 41 Foto Joh. Merk 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 22