De aanpassing van de havens langs het Yeerse Meer Langs het Veerse Meer bevinden zich een zevental havens die in hoofdzaak worden gebruikt voor de overslag van landbouwproducten, met name suikerbieten. Vóór de afsluiting van het Veersche Gat waren deze havens alleen bij hoogwater (N.A.P. -f 1,50 m) voor de scheepvaart toegankelijk, met uitzondering van een gedeelte van de haven van Veere dat als vissershaven dienst deed. Op het nieuw gevormde boezemmeer zullen peilen worden nagestreefd van N.A.P. in de zomer en van N.A.P. 0,70 m in de winter. Door deze maatregel dreigen de genoemde havens, vooral in de winter, geheel onbruikbaar te worden. Zou men al deze havens aan de nieuwe situatie willen aanpassen dan zijn daarmee zeer hoge kosten gemoeid. Bovendien maken moderne methoden van overslag en de motori sering van het vervoer het mogelijk en wenselijk dat tot een zekere concentratie wordt besloten. Het moment is thans gunstig het aantal havens en meergelegenheden te verminderen en de inrichting en overslagoutillage van de overige een belangrijke ver betering te doen ondergaan. Bij deze concentratie dient rekening te worden gehouden met historisch gegroeide omstandigheden. Zo kan de aanwezigheid van b.v. bedrijfsgebouwen, waarin hoge bedragen zijn geïnvesteerd en waarvan het bestaan afhankelijk is van de verbinding te water, ertoe leiden dat een haven die om andere redenen kan vervallen toch moet worden gehandhaafd. Tn overleg met het provinciaal bestuur van Zeeland is, op grond van deze en dergelijke overwegingen, vastgesteld dat de havens van Kamperland en Kortgene op Noord- Beveland, Wolphaartsdijk op Zuid-Beveland en Veere op Walcheren aan de nieuwe situatie moeten worden aangepast en toegankelijk moeten zijn voor binnenschepen van 500 a 600 ton alsmede voor kleine kustvaarders met een overeenkomstige diep gang. De overige drie havens (Spieringpolder, Geersdijk en de Piet) kunnen vervallen. Situatie van de aan te pas sen havens De huidige havens van Kortgene en Kamperland In de havens die worden aangepast zal met een belangrijk kortere loswallengte kunnen worden volstaan dan thans, omdat het constante boezempeil de mogelijkheid schept de schepen te allen tijde te verhalen. Voorts zal het mogelijk worden het schip langs het stilstaande overslagmiddel te bewegen in plaats van omgekeerd het overslagmiddel langs het schip, zoals dat tot nu toe gebruikelijk was. De haven te Kortgene Deze haven bestaat uit een oud westelijk gedeelte, dat zal worden gedempt, en een oostelijk gedeelte dat zoveel mogelijk in de nieuwe haven moet worden opgenomen, omdat zich hier de mechanische en pneumatische overslaginstallaties bevinden be horende bij de loodsen en de graansilo van de Coöperatieve Landbouwvereniging Noord-Beveland. De bestaande schoeiing zal gedeeltelijk worden gesloopt; ervóór wordt een grond- aanvulling aangebracht met verdedigd beloop en een meergelegenheid ten behoeve van de schepen die mechanisch of pneumatisch moeten worden geladen of gelost. De overslaginstallaties zullen met ca. 15 m moeten worden verlengd en boven het te maken talud moeten worden uitgebreid tot aan de nieuwe ligplaats van de schepen. Voor de overslag van andere producten (vooral bieten en aardappelen) is een loswal nodig met verticale wand. Een lengte van 80 m is ruimschoots voldoende om gedurende de drukste maanden (oktober/november) van het bietenseizoen in de behoeften te voorzien. Aangezien de havenbodem met minstens 2 m moet worden verlaagd, is het niet mogelijk de bestaande loswal te behouden. Langs de oostzijde van de haven is een nieuwe loswal van stalen damwand ontworpen. Voorts zullen ter weerszijden van de loswal meerstoelen worden aangebracht ten behoeve van het verhalen van schepen die worden geladen of gelost en van wachtende vaartuigen. 21 NOORD BEVELAND KAMPERLAND KORTGENE Z AN DKREEK; WOLPHAARTSDUK 20 Foto's Aero Camera

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 12