25 30 Diep sonderingen voor en na het inheien van de proefpalen 25 30 het heiwerk voor enkele andere pijlers, volgde dat een voldoende verdichting was be reikt. Leek nu al ten aanzien van het funderen van de pijlers een alleszins bevredigende op lossing te zijn verkregen, toch bleef nog een probleem de aandacht vragen. Zoals in de aanhef van dit artikel reeds werd gezegd is de horizontale belasting afkomstig van de waterdruk tegen de schuiven. Door de golfbeweging van het water vertoont deze hori zontale belasting een periodieke toe- en afname, wat tot gevolg heeft dat de krachten in de palen met dezelfde periodiciteit groter en kleiner worden. Daar de bedoelde periode vrij kort is, kunnen de wisselingen in de belasting op de paal een betrekkelijk snelle op eenvolging vertonen. Het is bekend dat een dergelijke belastingstoestand een ongunstige 30 invloed uitoefend op het gedrag van een paal. Er werd dan ook besloten tot het ver richten van enige proefnemingen waartoe op een terrein langs de werkhaven bij Helle- voetsluis een tweetal proefpalen werd geheid. De keuze van dit terrein werd andermaal bepaald door de overweging dat in de bouwput de spanningstoestand in de ondergrond veranderd was als gevolg van de daar aanwezige bronbemaling. Bij beide proefpalen werd de belasting trapsgewijs vergroot tot evenwichtsverlies op trad. Elke periode duurde ongeveer 21 uur. Daarna werd de ene paal in snelle afwisse ling beurtelings belast en ontlast, waarop met een zwaardere belasting deze gang van zaken zich herhaalde. Bij de andere paal werden ter vergelijking de snelle wisselingen vervangen door een geringer aantal betrekkelijk langzame wisselingen van de belasting. Uit de proeven volgde de ongunstige invloed die van de snelle wisselingen van de belas ting het gevolg is. Er bleken reeds toenemende zakkingen tijdens het wisselen voor te komen bij een belasting die overeenkwam met ca. 30 van het evenwichtsdraagver- mogen, terwijl bedoeld percentage ca. 55 bedroeg bij de langzaam wisselend belaste paal. Voorts volgde uit de proef dat de zakkingstoename van de snel wisselend belaste paal groter was. Op het eerste gezicht leek dit resultaat betrekkelijk teleurstellend. Hierbij mocht echter niet uit het oog worden verloren dat in de werkhaven een alleenstaande paal was be proefd, terwijl onder de spuizluizen de palen in gesloten groepen zouden worden ge heid. Daarbij wordt, zoals uit het voorgaande volgt, een aanzienlijke verbetering van de ondergrond verkregen. Zou het resultaat van de proefbelasting in de werkhaven gunstig geweest zijn, dan zou zonder meer besloten mogen worden dat de paalfunde- ring van de pijlers ten aanzien van het dynamische karakter van de belasting aan alle eisen zou voldoen. De tegenovergestelde conclusie mocht nu echter niet getrokken wor den. In verband hiermee werd dan ook overgegaan tot de beproeving van een paal in een der palengroepen onder pijler 14. Ook deze paal werd aan snelle belastingwisselingen onderworpen. Hierbij werd de paal niet volledig ontlast, daar dit in werkelijkheid ook niet het geval zal zijn. De grootte van het verschil in belasting werd in enige trappen opgevoerd, totdat uiteindelijk gewisseld werd tussen 45 en 95 ton, welke variatie, volgens de berekening, onder de meest on gunstige omstandigheden verwacht mag worden. Na een groot aantal herhalingen tussen genoemde grenzen werd een uiterst geringe zakkingstoename geconstateerd, die als volkomen toelaatbaar mag worden beschouwd. Na het wisselen werd de belasting op de paal geleidelijk vergroot tot 200 ton, welke grens werd gesteld door de sterkte van de proefbelastingsinstallatie. Bij het bereiken van deze belasting was van een naderen tot het evenwichtsdraagvermogen niets be merkbaar, zodat de veiligheidscoëfficiënt ten aanzien van evenwichtsverlies ruim vol doende is. Verwacht mocht worden dat, als gevolg van de verdichting, de op de paal uitgeoefende belasting voor een groot deel door wrijving langs de omtrek van de paal naar de ondergrond zou worden overgebracht. Dit werd bevestigd door de meting van de kracht die door de paalpunt wordt overgebracht; deze bedroeg slechts ca. 10% van de totale belasting. De resultaten van de verschillende berekeningen en onderzoekingen hebben tot een evenwichtig palenplan geleid, waarvan het effect voor de verdichting maximaal zal zijn. Als gevolg van de door deze verdichting veroorzaakte verbetering van de grondslag is de stabiliteit van de pijlers, ook ten aanzien van het dynamisch karakter van de belas ting, verzekerd. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 17