Vorderingen van de bij de Deltadienst in uitvoering zijnde werken in het tijdvak 1 april-1 juli 1961 De bouw van de uitwateringssluizen in het Haringvliet Zoals elders in dit nummer ter sprake is gebracht werd het heien van de gewapend be tonnen funderingspalen beëindigd. Het werk in de grote bouwput heeft nu een ander aanzien gekregen, ook al omdat de vervaardiging van de eerste van de 17 nablaliggers zich in een gevorderd stadium bevindt. Op de vijf meest zuidelijke vloervelden is een verplaatsbare 'fabriek' ingerichtop drie vloeren worden de moten vervaardigd, op de beide andere staan de tijdelijke stalen ondersteuningsconstructies opgesteld. In deze ondersteuningsconstructies zullen de moten tot liggers worden verenigd door het stor ten van beton tussen de voegen en het aanbrengen van de voorspanning. Wanneer een ligger in staat is zich zelf te dragen worden de ondersteuningsconstructies verwijderd. Met het gereedkomen van de liggers zal de 'fabricage-trein' zich noordwaarts over de 17 velden van de sluis verplaatsen. In totaal zijn 14 nablamoten vervaardigd en 10 eindschotdelen (waarvan vier in de vorige verslagperiode). Volledigheidshalve zij vermeld dat een ligger wordt opgebouwd uit twee eindschotten, elk samengesteld uit drie delen, en 22 moten.Een aantal van de eindschotdelen heeft reeds zijn definitieve plaats op de pijlers gekregen; één eind- schot is geheel voltooid. Met het stomen van de nablamoten, waarmee een versnelling van het betonverhar- dingsproces wordt beoogd, werden gunstige resultaten bereikt. De gereedgekomen nablamoten zijn tijdelijk in een bufferrek opgeslagen; eerst later zal worden begonnen met het stellen op de ondersteuningsconstructie. Het betonwerk van vloeren en pijlers werd in snel tempo voortgezet: in totaal zijn de sluisvloeren voor 14 doorlaatopeningen geheel gereed. Van de pijlers zijn zes stuks gereed tot N.A.P.+10,50 m (afbouwhoogte N.A.P. 19,00 m), vijf tot N.A.P. 5,20 m, twee tot N.A.P. en één tot en met de pijlervoet. De vleugelwand aan de zeezijde van het zuidelijk landhoofd is op één moot na (totaal negen moten) voltooid, de bouw van de vleugelwand aan de rivierzijde vordert in hoog tempo. Bij het noordelijk land hoofd werd begonnen met het vlechten van de wapening voor het middengedeelte, ter wijl ter plaatse van de vleugelwand aan de zeezijde nagenoeg alle kofferdammen werden voltooid. Bij het centraal bedieningsgebouw bereikten de hoogbouw en de koelwater tanks het niveau van N.A.P. +12,50 m, de laagbouw dat van N.A.P. +9,10 m. In totaal werd in deze periode 75000 m3 beton gestort. De aanaardingen ten behoeve van de werkterreinen rond het centraal bedieningsge bouw werden voltooid, terwijl begonnen werd met de grote zandaanvulling achter het zuideüjke landhoofd. Het heien van stalen damwanden beperkte zich tot de schermwanden onder de pijler voeten, terwijl werd begonnen met het trekken van één der twee tijdelijke schermwan den achter het zuidelijk landhoofd. Tijdens de bouw van de diep gefundeerde vleugel- wanden verminderde deze damwand de toestroming van het grondwater. Impressie van het vlechten van wapeningsstaal Foto Aart Klein 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 23