De bouw van de schutsluis in het Haringvliet Nadat de bronbemaling was geïnstalleerd kon zo ver worden afgemalen dat de bouw put droog viel. Zowel in de put als in de omgeving daarvan zijn een aantal waarne mingsbronnen voor de grondwaterstanden geplaatst. De nodige voorzieningen werden getroffen ter ontwatering van de taluds. Begonnen is met het onder profiel brengen van de put en het maken van de nodige toegangswegen. Het vervaardigen van gewapend betonnen palen werd voortgezet; van de 2100 beno digde palen zijn er nu 1200 gereed. De werken zuidwestelijk van de bouwput voor de schutsluis in het Haringvliet De terreinen langs de toekomstige binnen- en buitenhaven werden in de verslagperiode onder profiel gebracht en ingeëgd met stro, waarna ze met gerst en rogge werden inge zaaid. Op deze wijze is een dichte begroeiing verkregen, die het verstuiven van het zand tegengaat. Ter plaatse van het haventerrein voor de toekomstige buitenhaven is boven de beton- glooiing op een onderlaag van klei een rug van stortsteen aangebracht, die is afgedekt met een rietmat met een tussenlaag van polyaetheen. Nadat ter plaatse van de definitieve dijk de teenconstructie, bestaande uit een damwand met gording van gecreosoteerd grenenhout, was voltooid, is hiertegen op een onderlaag van grind een laag stortsteen aangebracht die met gietasfalt is gepenetreerd en die aan de buitenzijde overgaat in een 3 m brede asfaltslab. Daarna kon met het aanbrengen van de asfaltbeton op het buitenbeloop worden begonnen. In de teen werd een vacuumbemaling aangebracht, met behulp waarvan het uittreden van water uit het beloop kon worden voorkomen, zodat spoedig de droge ondergrond werd verkregen die voor het aanbrengen van de asfaltbekleding vereist was. De eerste asfaltbeton werd aangebracht in een laag van 0,10 m dikte tot een hoogte van N.A.P.+3,00 m, waarna de vacuumbemaling werd verwijderd. Vervolgens werd deze onderlaag voortgezet tot een hoogte van N.A.P. +6,00 m. De resterende asfaltbeton werd in één laag op de onderlaag aangebracht, waarbij de totale dikte in de teen 0,50 m en op een hoogte van N.A.P. +6,00 m 0,35 m bedraagt. Boven N.A.P. +6,00 m bedraagt de laagdikte 0,25 m. Op het eind van de verslagperiode was de asfaltbekleding op het buitenbeloop tot N.A.P. +9,75 m aangebracht en werd met het aanbrengen van de laatste strook tot N.A.P. +11 m een begin gemaakt. De basaltglooiing op de dijkkop ter plaatse van het Zuiderdiep kwam gereed. Het weglichaam ten zuiden van de toekomstige schutsluis wordt thans onder profiel gebracht en met klei bekleed. De afsluiting van het Veersche Gat In de periode van 11 t/m 24 april zijn de zeven doorlaatcaissons in het sluitgat geplaatst en gezonken. Daarna werd door het neerlaten van de schuiven van deze caissons om 10 uur in de morgen van 27 april het Veersche Gat afgesloten. Elders in dit nummer is een overzicht van deze sluiting gegeven. Gedurende zes weken na de sluiting werd in continubedrijf zand geperst; daarbij werd 44 een weekproduktie behaald van 400000 m3. Na deze periode werd de weekproduktie verminderd tot ca. 60000 m3. De Phoenix-caisson en de eenheidscaisson die tijdens de sluiting als reserve-elementen gereed werden gehouden zijn in het Veerse Meer tijdebjk aan de grond gezet. De uit eenheidscaissons en opzetstukken samengestelde dijkkoppen aan weerszijden van het sluitgat werden verlaagd door de opzetstukken met behulp van een drijvende bok te verwijderen. Ook de loswal van de werkhaven aan de Plaat van Onrust is op deze wijze verlaagd. Eind april kon worden begonnen met het demonteren van de bedieningsbordessen, lieren, bolders enz. van de doorlaatcaissons. Deze werkzaamheden zijn half juni be ëindigd. Ter plaatse van het afgesloten sluitgat werd eind mei 1961 met de aanleg van de mijn- steenkade aan de zeezijde, het maken van de kraagstukken in de buitenteen en het aan brengen van de houten damwand een begin gemaakt. Laatstgenoemde werkzaamheden kwamen in de verslagperiode gereed. De bouw van doorlaatcaissons Van 11 tot 23 april zijn de caissons uit het bouwdok gesleept. Daarna kon half mei worden begonnen met het klappen van zand in de toegangsgeul in de doorgebaggerde zeedijk, terwijl tegen het einde van de maand een begin werd gemaakt met het opnieuw aanvullen van de bouwput. Voor het zandtransport wordt gebruik gemaakt van een installatie die bestaat uit een verrijdbare zandtrechter, een pomp en een drijvende lei ding. Met behulp van een dragline wordt het zand uit het depot afgegraven en in de trechter gebracht en daarin met water vermengd, waarna het water-zandmengsel via de drijvende leiding in de bouwput vloeit. De weekproduktie van deze installatie, die door één man wordt bediend, bedraagt ca. 4000 m3. Er wordt met twee ploegen gearbeid, zodat per week 8000 m3 zand wordt verwerkt. De remmingwerken van de Zandkreeksluis De werkzaamheden aan de 125 m lange, hardhouten geleidewerken ten westen en ten oosten van de sluis werden eind mei voltooid. De vlotten ten behoeve van de recreatie scheepvaart kwamen medio juni gereed. Het gehele werk zal op 2 juli 1961 voltooid worden opgeleverd. Aanpassingswerken van het Drie-eilandenplan De gemalen in de Willempolder en de Adriaanpolder werden voltooid evenals een achttal afsluitbare duikers in binnendijken. Het graven en verruimen van watergangen vindt goede voortgang. De verbindingen van de gemalen met het bestaande net van watergangen konden tijdig tot stand worden gebracht. Ook de gemalen in de Oosterlandpolder en de Wilhelminapolder, alsmede de aanslui tingen daarvan op de nabij gelegen polderwatergangen kwamen tijdig vóór de afsluiting van het Veersche Gat gereed voor gebruik. Aan het schilderwerk wordt thans de laatste hand gelegd. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 24