D. De werken tot indijking van de Lauwerszee De werkhaven in het Bootsgat bij Oostmahorn Bij de uitvoering van een werk als de indijking van de Lauwerszee is het noodzakelijk te beschikken over een ruime werkhaven aan de vaste wal. De bestaande havens in de Lauwerszee te Zoutkamp, Dokkumer Nieuwe Zijlen, Ezumazijl en Oostmahorn zijn voor dit doel niet geschikt. De drie eerstgenoemde havens zijn in feite uitmondingen van stroomkanalen in de Lauwerszee, voorzien van uitwateringssluizen. De meeste accomodatie bieden nog de havens van Zoutkamp en Dokkumer Nieuwe Zijlen, waar zowel binnen als buiten de sluis kaden of steigers beschikbaar zijn, hoofdzakelijk ten dienste van de plaatselijke vissers. De haven van Ezumazijl is niet meer dan een spuikom achter de uitwaterings sluis. Bovendien zijn deze drie havens bij laagwater vrijwel niet te bereiken en bevinden zij zich op een te grote afstand van de te maken afsluitdijk (10 tot 15 km). In het bestaande haventje te Oostmahorn is alleen ruimte voor de motorreddingboot 'Insulinde' en voor enkele schepen van de bootdienst Oostmahorn-Schiermonnikoog. Ook deze haven is bij laagwater vrijwel onbevaarbaar. Omdat de kust van Groningen ten gevolge van de voor deze kust liggende kwelders en slikken behalve bij Zoutkamp te water niet bereikbaar is, komen slechts enkele punten langs de Friese kust nabij Oostmahorn als plaats voor een werkhaven in aanmerking. Overwogen is om de haven te maken in de beschutting van het westelijk dijkvak van de afsluitdijk, aansluitend aan de Friese kust. In verband met de optredende en te ver- Het tracé van de afsluitdam en de plaats van de werkhaven 50 Situatie en profielen van de werkhaven bij He capaciteit van de werkhaven Oostmahorn wachten stromingen zal dit dijkvak echter pas in een laat stadium van de werken wor den aangelegd, zodat een werkhaven op deze plaats weinig nut zou afwerpen. Zo nodig kan altijd nog een eenvoudige havenkom worden gebaggerd op dezelfde wijze als heeft plaatsgevonden in de beschutting van het dijkvak op de Plaat van Onrust in het Veersche Gat. De meest gunstige plaats tegen de Friese kust bevindt zich zonder twijfel in het z.g. 'Bootsgat' benoorden Oostmahorn. De oeverlijn springt hier in, zodat een kleine baai is ontstaan die alleen aan de noordzijde behoeft te worden beschermd om een voldoen de ruime havenkom te verkrijgen. Tegen alle winden uit noordelijke, westelijke en zui delijke richtingen ligt een werkhaven op deze plaats goed beschut, terwijl bij sterke wind uit oostelijke richting de golfslag hier steeds gering is. Dit is te danken aan het feit dat de waterstanden bij oostelijke winden laag blijven, waardoor de golfslag wordt afgeremd op de platen in het noorden en het oosten van de Lauwerszee. De werkhaven zal in hoofdzaak bestaan uit vier elementen een havendam, tevens golfbreker; een havenkom met de doorgang aan de oostzijde; haventerreinen langs drie zijden van de havenkom; een toegangsweg aan de zuidzijde, aansluitend op de weg van het provinciale wegenplan DokkumAnjumOostmahorn. 51 WERKHAVEN LAUWERSZEE OOSTMAHORN EZUMAZ'JL ZOUTKAMP DOKKUMER NIEUWE Z'JLEN DOKKUMER LAUWERS DOlKEASUflS. ZEED'JK [ERREIN R'J SHOUT SC HIP -Wd SPITS BAGGERMOLEN WIN ZUIGER ELEVATORBAK OR'JVENDE KRAAN MASTBAK ZOLDERBAK SLEEPBOOT PONTON MOTORVLET KFLE EM/POTUI El •zool DAMWAND

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 27