I
A. De werken van het Deltaplan
Nabeschouwing over het waterloopkundig onderzoek ten behoeve
van de afsluiting van het Veersche Gat
I
Meetvletten bij het bepalen van de stroomsnelheden in het sluitgat
4
In feite is er geen enkel Delta-ontwerp, waarvan de grondslagen niet gesteund worden
door uitgebreide studies. Elk ontwerp, of het nu een afsluiting of een dijkverbetering
betreft, dan wel de bouw van caissons, schut- of stroomsluizen of de aanleg van bouw
putten, havens, rivier- of oeverwerken, levert hiervan tot in onderdelen voorbeelden
te over.
Maar niet alleen bij het ontwerpen, doch ook tijdens de uitvoering van de werken blijft
aan studie behoefte bestaatn. Voortgezet onderzoek vormt een belangrijk onderdeel
van de 'bewaking' der werken om, bijvoorbeeld, in een vroeg stadium te kunnen aan
geven of optredende ontgrondingen gevaarlijk kunnen worden en, zo ja, welke voorzie
ningen zijn aan te bevelen. Ook met betrekking tot de stroomsnelheden en het stroom
beeld in en nabij een sluitgat is het nodig het oorpsronkelijk modelonderzoek te veri
fiëren en de verschillende stadia van uitvoering op de voet te volgen, teneinde aan on
verwachte situaties het hoofd te kunnen bieden.
Het navigeren en manoeuvreren met caissons, het formeren van draaipunten en de be
oordeling van krachten die hierbij optreden of moeten worden aangewend, is een tweede
punt waarbij studie en uitvoering elkaar ontmoeten.
Een andere operationele taak van de onderzoekers bestaat erin om aan de hand van
voorafgaande studies en metingen de juiste tijdstippen ten aanzien van stroomsnel
heden en waterstanden aan te geven waarop caissons moeten worden ingevaren en ge
zonken of waarop schuiven moeten worden getrokken of neergelaten. De samenwerking
met het K.N.M.I. is hierbij van groot belang, opdat een betrouwbare voorspelling kan
worden gegeven ten aanzien van op- of afwaaiing, alsmede van de golfbeweging in ver
band met de werkbaarheid.
Het spreekt welhaast vanzelf dat de behoefte aan intensief onderzoek heeft moeten
leiden tot een uitgebreide opzet met betrekking tot wetenschappelijke hulpmiddelen,
instrumentarium, meetvaartuigen en personeel.
Voor hydrometrische werkzaamheden zijn in het Deltagebied twee meetdiensten ge
vormd, één te Hellevoetsluis en één te Zierikzee, die elk met een tiental grotere en
kleinere meetvaartuigen en peilvletten de helft van dit gebied bestrijken.
Een boordienst werd speciaal in het leven geroepen voor het boren en sonderen op het
water, dat bijzondere moeilijkheden van uiteenlopende aard met zich mee brengt.
De meetdiensten en de boordienst worden gesteund door een werktuigkundige dienst,
die werkplaatsen heeft in Schiedam en Bruinisse.
Voorts worden de ontwerpende en uitvoerende ingenieurs bijgestaan door een sectie
voor kust- en rivieronderzoek en een voor theoretisch-experimenteel onderzoek. Te
zamen met de eerder genoemde diensten vormen deze de Waterloopkundige Afdeling
van de Deltadienst. In totaal zijn in deze afdeling thans een vijftiental ingenieurs en om
streeks 250 man middelbaar-technisch en lager personeel werkzaam.