De verbinding tussen enerzijds de caisson en anderzijds de sleepboten, een meetvlet, de wal (en te beginnen met de tweede caisson) de radarpost geschiedde draadloos (via een portofoon). Om de commandovoering niet te hinderen werd ten behoeve van het uit wisselen van gegevens over positie, getij e.d. een tweede serie mobilofoons en porto foons op een andere golflengte ingeschakeld, met posten op de caisson, de radarpon ton, enige meetvletten en de beide landhoofden. Gedurende de gehele sluitingsperiode is het weer zo gunstig gebleven dat het niet nood zakelijk is geweest dit inlichtingennet en de beloodsing vanaf de radarponton anders dan als oefening in te schakelen. De tweede tot en met de zevende caisson werden alle volgens de data van het werkplan aangevoerd en in het sluitgat gezonken. In de opstelling van de sleepboten tijdens het transport, de wachtperiode (het z.g. par keren), het vastmaken en indraaien en tenslotte het zinken van de caisson is van keer op keer nog enige malen wijziging gebracht. De beide kleinste sleepboten zijn daarbij o.m. vervangen door iets zwaardere typen. Ook het tijdschema van de plaatsing van elke caisson werd enige malen veranderd, nu eens in verband met de zojuist bij een vorige caisson opgedane ervaring, dan weer als gevolg van afwijkend gedrag van het getij. Aanbrengen van de be- storting tegen de caissons met behulp van de mecha nische steenstorter Foto J. Merk Op 14 juni reikte het gespoten zand aan de zuidzijde tot de bovenkant van de schuiven Foto Rijkswaterstaat De bevestiging van de draaipunten leverde geen moeilijkheden, maar zou om ook bij deining voldoende zekerheid te bieden vermoedelijk robuster moeten zijn. De caissons zelf bleken tegen een stootje te kunnen. Voorbereidende handelingen (afmeren, indraaien, ontgrendelen van drijfschotten en schuiven e.d.) zomin als de nazorg (verwijderen van de drijfschotten, losmaken van de slingerschotten e.d.) hebben grote problemen opgeleverd. De elektrische aansluiting werd steeds vlot tot stand gebracht, zodat de schuiven zeer snel geheven konden worden. Onopvallend maar bijzonder efficiënt werkte (dag en nacht) als inlichtingendienst de meetdienst van de Waterloopkundige Afdeling. Van de bijkomende werken was het aanbrengen van de bestortingen aan weerszijden van de caissons het belangrijkst. Deze dienden zowel ter verhoging van de weerstand tegen verschuiven als ter beperking van de onderloopsheid. De bestortingen beotonden uit loodslakken, afgedekt met basaltstortsteen. In totaal moesten 10000 ton loodslakken en 10000 ton basaltstortsteen worden aangebracht. De verwerking vond plaats met de mechanische steenstorter en met oplossers. Dit materieel werd geladen met behulp van drijvende kranen met polypgrijpers. Er werd dag en nacht gewerkt. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 9