De werkhaven bij Den Osse op Schouwen en Duiveland Binnen afzienbare tijd zal een aanvang worden gemaakt met de afdamming van het zeegat tussen Schouwen-Duiveland en Flakkee. Dit zeegat bestaat uit twee hoofd geulen, respectievelijk het Brouwershavensche Gat gelegen langs de oever van Schouwen en het Springersdiep dat zich langs de zuidelijke oever van de kop van Goeree bevindt. Als voorbereiding van deze werkzaamheden zal in 1962 worden begonnen met de aanleg van een werkhaven nabij de buurtschap Den Osse op een plaats die ongeveer 5 km verwijderd ligt zowel van het ontworpen sluitgat in het Brouwershavensche Gat als van het sluitgat in het Springersdiep. Er zijn voor de keuze van de plaats van deze eerste werkhaven verschillende mogelijk heden overwogen; o.m. is nagegaan of een verbetering van de bestaande haven van Scharendijke tot een praktische oplossing zou kunnen leiden. Dat was om twee redenen niet het geval. De ligging van een dergelijke haven zou weliswaar gunstig zijn ten opzichte van de werken in het Brouwershavensche Gat (afstand van 3 km), doch de afstanden ten opzichte van de overige af te sluiten geulen in het zeegat zouden als gevolg van de af te leggen omwegen om de zandplaten te groot worden. Een tweede reden voor de keuze van de plaats van de werkhaven bij Den Osse was de aanwezigheid van een instulping in de kustlijn bij deze buurtschap. Tussen de waterkering en de dieptelijn van N.A.P. 5 m is hier zoveel ruimte aanwezig, dat met behulp van weinig kostbare hoofden een voldoende groot havenbassin kan worden gevormd. Bovendien is de vooroever ter plaatse stabiel, zodat geen uitschuringen of vallen behoeven te worden gevreesd. Deze gunstige omstandigheden ontbraken bij Scharendijke. Daar zou alleen met opoffering van veel geld een bruikbare oplossing kunnen worden geschapen. Met het oog op het tijdelijke karakter zal de inrichting van de haven zo eenvoudig mogelijk worden. De haven zal bestaan uit een tot N.A.P. 5 m uitgebaggerde havenkom, beschermd door twee havendammen. De noordelijke havendam zal uit twee gedeelten bestaan, namelijk een zuidwestnoordoost lopend min of meer defini tief gedeelte van 200 m lengte, aansluitend op de bestaande zeedijk en een tijdelijk ge deelte van ca. 230 m lengte dat zal worden opgebouwd uit Belgische stortsteen. De bedoeling is dat deze stortsteen na de sluiting van het zeegat wordt opgeruimd en wordt gebruikt bij de afwerking van de teenverdediging van de afsluitdam. De kruinhoogte van het eerste gedeelte van de noordelijke havendam zal N.A.P. 5 m bedragen. Het buitenbeloop van deze dam, met een helling van 1 4, wordt verde digd met betonblokken; de kruin, ter breedte van 3 m, wordt verdedigd met een koud- asfaltmengsel. Aan de havenzijde van de havendam wordt een berm ter breedte van 2 m gemaakt, liggende op een hoogte van N.A.P. 2 m; deze berm wordt eveneens verdedigd met een koudasfaltmengsel. Het binnenbeloop van de havendam, met een helling van 13, wordt van N.A.P. 2 m tot de kruin van de havendam verdedigd met betonblokken. Het beloop beneden de binnenberm verkrijgt een helling van 1 2 en wordt tot de op N.A.P. 0,25 m liggende steenberm verdedigd met koperslakblokken. De ligging van de ontworpen werkhavens en het voorlopig tracé van de dam door het Brouwershavensche Gat De kop van de noordelijke havendam zal eveneens worden bezet met koperslakblok ken. De aansluiting van de havendam aan de zeedijk wordt tot het peil van N.A.P. 1,10 m verdedigd met een basaltglooiing; daarboven zal de verdediging uit Vil- voordse steen bestaan, gepenetreerd met een mengsel van koudasfalt. De kruinhoogte van het tweede gedeelte van de noordelijke havendam zal N.A.P. 4 m bedragen. De havendam langs de oostzijde van de haven zal eveneens bestaan uit een storting van Belgische steen tot een peil van N.A.P. 3 m, welke steen naderhand wederom zal worden opgeruimd en verwerkt. Het plan voorziet verder in loswallen rondom de havenkom en in een terrein voor de aanleg van een zate ten behoeve van de aanmaak van zinkstukken ten oosten van de oostelijke havendam. Wat het haventerrein betreft zal het de lezer opvallen dat dit beperkt van afmeting is. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat voor het opslaan van steen hier voor het eerst op grote schaal een methode zal worden gebruikt die in de werkhaven aan het Veersche Gat bij wijze van proef werd toegepast, te weten het opslaan van steen onder water in plaats van opslag op de wal of op bermen. 29 28 BROUWERSHAVEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1961 | | pagina 16