Voorlopig ontwerp van het sluizen- en havencomplex aan het Oort
oostpolder. Het werkeiland zal ongeveer 1200 m lang en 300 tot 600 m breed worden.
Aan het Oort wordt op het eiland een haven ontworpen, die als werkhaven dienst zal
doen tijdens de periode van de afsluitingswerken. De aanvoer van materiaal voor de
sluisbouw zal via deze haven geschieden en tevens zal hier een waardevolle basis zijn
ten behoeve van de bouw van de dam en tijdens de uiteindelijke sluiting. Van de andere
werkhaven in dit gebied, nabij Oostmahorn, werd in het Driemaandelijks Bericht
nr. 17 reeds een beschrijving gegeven. Tijdens de sluiting zal men dus beschikken over
twee havens die beide zijn voorzien van overslaggelegenheid, werkvoorraden steen
e.d., nl. één aan de binnenzijde en één aan de buitenzijde van het sluitgat.
Bij het ontwerp voor de haven werd tevens rekening gehouden met haar toekomstige
bestemming. Na de afsluiting van de Lauwerszee kunnen de bootdiensten Oost-
mahorn-Schiermonnikoog en Zoutkamp-Schiermonnikoog worden vervangen door
een dienst tussen de nieuwe haven in de afsluitdam en Schiermonnikoog. In dat geval
ligt het in de bedoeling het veerbedrijf in zijn geheel aan de westzijde van de haven te
concentreren. Aan de oostzijde is een afzonderlijk bekken ontworpen waar de vissers
van Zoutkamp in Groningen en van Peasens-Moddergat in Friesland hun vaartuigen
zullen kunnen stationneren. Ook aan andere vaartuigen zoals de motorreddingboot
'Insulinde', die thans in Oostmahorn ligt, en het betonningsvaartuig van Zoutkamp
kan in de nieuwe haven een ligplaats worden toegewezen. Ook wordt er rekening mee
gehouden dat de provinciale vismijn van Zoutkamp naar de haven aan het Oort moet
worden verplaatst.
46
Om de gemeerde schepen een rustige ligplaats te verzekeren wordt de havenmond
naar het noordoosten gericht. De golven die bij noordelijke en noordwestelijke winden
eventueel de mond zullen binnendringen worden opgevangen in een havenkom, waar
zij kunnen uitlopen tegen het flauw hellende talud van de havendam. De weinig voor
komende golfslag uit noordoostelijke richting, die niet krachtig is als gevolg van de met
oostenwind optredende lage zeestanden, zal zich in de ruime haven gemakkelijk kun
nen verspreiden, waardoor de golfhoogte voldoende verminderd wordt.
In samenwerking met een aantal deskundigen is de ontworpen toegang tot de haven
aan nautische eisen getoetst. Eenstemmig bleek men van oordeel te zijn dat het wen
selijk is tenminste één van de havendammen, bij voorkeur de westelijke, van een ver
ticale begrenzing te voorzien. Hierdoor zullen de schepen ook onder moeilijke om
standigheden dicht langs de havendam kunnen binnenlopen zonder dat gevaar bestaat
dat zij de bodem raken.
De kop van de westelijke havendam zal in verband hiermee met een stalen damwand
worden beëindigd; deze wordt beschermd door enkele hardhouten wrijfpalen. De
oostelijke havendam zal op de normale wijze worden afgewerkt met een glooiing van
basalt met daarvóór een kraagstuk.
|te^wagaKWM»|i|fj
STROOMBANEN
B'J VLOED
havenbootd^enst naar
^SCHIERMONNIKOOG 1
sOPSLAG-^
\xTERREIN
Autobussen
STROOMBANEN'
V' ^bj eb
VANGKOM
GOLFSLAG
PARKEER-
X TERREIN
jHAVEl
^SCHUTSLUIS
47