De werken van het Deltaplan
De toepassing van asfalt voor de bekleding van dijken
Het is nog maar een vijftien jaar geleden dat in ons land voor de verdediging van een
dijk die enigermate aan zware golfaanval was blootgesteld alleen maar een bekle
ding bestaande uit zetwerk van basaltzuilen als een degelijke constructie werd be
schouwd. Slechts op minder sterk aan de golven blootgestelde plaatsen waren andere
materialen en constructies toelaatbaar, zoals zetwerk van bloksteen of desnoods be
kledingen van betonblokken. De voordelen van natuursteen bestaan in een hoog soor
telijk gewicht en een grote levensduur van het materiaal, eigenschappen die in het bij
zonder basalt aantrekkelijk maken. Hier komt bij dat als gevolg van de zuilenvorm,
waarbij de hoogteafmeting groot is in verhouding tot de breedtematen, de kans dat een
enkele zuil door golfwerking tegen de onderkant van de steen uit de bekleding wordt
gelicht kleiner is dan bij een bloksteenzetting.
Voor een goed begrip zij opgemerkt dat steen- en betonbekledingen vrijwel steeds op
een onderlaag van klei worden toegepast en dat bij steenzettingen op het kleibeloop
eerst een tweetal vlijlagen van baksteenpuin wordt aangebracht om uitspoelen van de
klei te voorkomen. Daarna komt hierop een stortlaag van gebroken puin, waarmee
aan de ongelijke hoogte van de zetsteen wordt tegemoetgekomen.
Door verschillende oorzaken heeft zich de laatste tien jaren een ontwikkeling voor
gedaan waarbij de toepassing van basalt- en andere steenzettingen meer en meer
wordt verdrongen door de verwerking van asfalthoudende materialen in de dijk-
bekledingen. Een sterke stimulans hiertoe is ongetwijfeld gegeven door de 'Shell' die
afzetmogelijkheden zocht voor bij de oherafBnage vrijkomende bitumineuze pro
ducten. Anderzijds hebben de geslaagde toepassing van asfaltbeton in de wegen
bouw en de met succes aangebrachte asfaltbekledingen van de havendammen te Har-
lingen in de jaren 1947—1948 en te Den Helder in de jaren 1949—1951 de stoot
gegeven tot een uitgebreid gebruik van bitumineuze bekledingen ook bij waterkerende
dijken, waar de gevolgen van een eventuele vernieling van de bekleding veel ernstiger
kunnen zijn dan bij een havendam. Als factoren die deze ontwikkeling in de hand
hebben gewerkt kunnen worden genoemd het steeds schaarser worden van steenzetters,
de sterke prijsstijging en het geringe aanbod van zetsteen, in het bijzonder van basalt
zuilen, en het vaak niet of slechts met hoge kosten verkrijgbaar zijn van goede klei.
Het is daardoor in vele gevallen onmogelijk geworden om bij nieuwe werken een
steenbekleding in het vereiste tempo aan te brengen en zo dit al mogelijk was waren
de kosten van deze constructie bijzonder hoog. De asfaltbekleding daartegenover
biedt als voordelen een hoog werktempo, dat kan worden bereikt met behulp van een
gering aantal geschoolde arbeidskrachten, waarbij komt dat het asfalt veelal direct
op het zandlichaam van de dijk wordt aangebracht waardoor het gebruik van de kost
bare klei als tussenlaag achterwege kan blijven. De kosten van een asfaltbekleding in
vergelijking met die van een steenglooiing zijn dan ook betrekkelijk laag te noemen.
3