van asfaltbeton. Deze asfaltlagen zijn aangebracht op keileem. Zo zouden meer werken kunnen worden genoemd die in de laatste 10 jaren zijn uitgevoerd en waar nog geen gebreken van betekenis werden geconstateerd. Bij enkele andere werken is dit echter wel het geval. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen moeilijkheden tijdens de uitvoering en minder gunstige verschijnselen die zich later hebben voorgedaan. De eerstgenoemde moeilijkheden zijn deels veroor zaakt door het toepassen van asfaltbetonbekledingen in de tijzone d.w.z. beneden het hoogwaterpeil. Afgezien van het feit dat het asfalt hier op een natte ondergrond moet worden aangebracht, wordt het gestorte materiaal nog in warme toestand door het water bespoeld, wat een minder gunstige uitwerking heeft op de kwaliteit. Bovendien is het aanbrengen van kleeflagen, wanneer de bekleding in twee of meer lagen is ont worpen, niet goed uit te voeren, omdat door het aanwezige water geen goede aan hechting is te bereiken. Ook de dichtingslaag op het oppervlak is om dezelfde reden niet goed aan te brengen, vooral niet wanneer met golfslag rekening moet worden ge houden. Bij het aanbrengen van asfaltbeton op klei zijn in het bijzonder in de tijzone moeilijkheden ontstaan waar de gebruikte klei een vrij slappe consistentie bezat. De daarop aangebrachte laag asfalt heeft in zo'n geval niet voldoende steun, waardoor breuk kan voorkomen. Een dergelijk geval heeft zich voorgedaan bij het bekleden van de ringdijk om de grote bouwput in het Haringvliet in 1957, waar in augustus en september tijdens stormen op enkele plaatsen de bekleding van zandasfalt werd stuk geslagen, nadat tevoren reeds scheuren waren gevormd als gevolg van de plaatselijk zeer slechte grondslag van slappe keli. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de bovenlaag van asfaltbeton op dat moment nog niet was aangebracht en dat nadat dit gebeurd was geen schade van betekenis meer is voorgekomen. Van de gebreken die bij enkele werken na de uitvoeringsperiode zijn geconstateerd kan in de eerste plaats worden genoemd het optreden van scheuren, voornamelijk in het onderste deel van het buitentalud. Dit verschijnsel heeft zich in sterke mate voor gedaan bij de dijk aan de Schelphoek op Schouwen. Hoewel bij dit werk verschillende ongunstige omstandigheden zijn aan te wijzen zoals een laaggelegen teen en een slappe ondergrond van de asfaltlaag, die is gefundeerd op klei en op resten van zinkstukken, speelt hier zeer waarschijnlijk ook in belangrijke mate mee het verschijnsel van de waterdruk onder de bekleding, waardoor bij elk laagwater de wrijving tussen de be kleding en de ondergrond kan worden verminderd en afglijden mogelijk wordt. Wel licht is hier en daar de asfaltbekleding zelfs opgebarsten als gevolg van deze opwaartse waterdruk. Ook de scheuren die bij enkele andere werken zijn geconstateerd kunnen door een opwaartse waterdruk worden verklaard. Hieruit blijkt dat bij deze werken de teen op een te laag niveau is gelegd of dat de dikte van de bekleding te gering is geweest. Voor zover dit nog niet bekend was is uit deze gebreken overduidelijk gebleken dat de water beweging in een dijk in het bijzonder bij gesloten bekledingen een factor van groot belang is. Nu sedert enige jaren bij de Deltadienst wordt beschikt over een elektrische apparatuur voor het berekenen van de waterbeweging in een dijk en van de drukken onder tegen een bekleding, behoeven deze verschijnselen bij nieuwe werken niet meer voor te komen. Uit de bestudering van enkele gevallen is komen vast te staan dat in het bijzonder bij een laaggelegen teen grote waterdrukken onder de bekleding kunnen voorkomen door dat na een hoogwater bij stormvloed het gestegen grondwater in de dijk minder snel 9 TEELAARDE DETAIL B 3.80 KLEI MA. P. ZAND 0 2 m CAISSON GRONDSTUK 3.95 «3.60 DETAIL B ASFALTBETON 0.0 8 ASFALTBETON 0.08 KRAAGSTUK MET BESTORTING -0.50 DAMWAND LANG 2.00 GEBITUM I ZAND 0.12 °-5° GEBITUM! ZAND 0.12-0.42 DAMWAND LANG 2.00 Doorsnede van de ringdijk bij de Schelphoek op Schouwen-Duiveland «-EVENTUEEL LATER AAN TE BRENGEN ASFALTBETON 4DIK 0.10»UDIK 0.10-0.05 FUNDERING RAND MET SPUIGATEN GOOT Doorsnede van het Flauwe Werk op Goeree-Overflakkee STRAND 7.20 15.00 22.00 3.00 29.00 ASFALTBETON DIK0.10- ZANDASFALT Dl K 0.20 GOOT «8.00 LICHT R'JSBESLAG 6.75 KRAAGSTUK BREED 2Q.OO '2.20 -2.00 N.A.P. T20 no. KLEI O 5 m Doorsnede van de ringdijk van de grote bouwput in het Haringvliet

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 6