D. De werken tot indijking van de Lauwerszee
Overzicht van proefnemingen tijdens de aanleg van de werkhoven bij Oostmahorn
Bij de uitvoering van grote waterbouwkundige werken wordt het beginsel gehuldigd dat
zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van het ter plaatse aanwezige materiaal.
Hierdoor kunnen onnodige hoge transportkosten worden vermeden.
In het Lauwerszeegebied worden grote hoeveelheden zand aangetroffen. Vervolgens lig
gen er, op gemakkelijk bereikbare plaatsen, eveneens grote voorraden potklei, keileem en
klei. Dank zij de talrijke boringen die sinds 1955 werden verricht zijn de vindplaatsen van
deze materialen thans goed bekend. Met betrekking tot de bruikbaarheid van de bodem-
stoffen stond echter zeer weinig vast. Het was in verband daarmee een gelukkige om
standigheid dat de aanleg van de werkhoven bij Oostmahorn geschiedde op een beschutte
plaats tegen de Friese kust, zodat daar een gunstige gelegenheid werd geboden de ge
vonden materialen in de praktijk op hun kwaliteiten te beproeven.
De bruikbaarheid van zand als bouwmateriaal voor dijken en dammen is afhankelijk van
de korrelsamenstelling en het slibgehalte, waarbij opgemerkt moet worden dat het slib-
gehalte in de bodem aan de hoge kant mag zijn indien bij de verwerking van het zand
een voldoende mate van uitspoeling van het slib kan worden verkregen. Of het zand
gemakkelijk winbaar is wordt bepaald door de dikte en de bereikbaarheid van de bruik
bare lagen enerzijds en door de snelheid waarmee het zand naar de zuigbuis van de zand
zuiger toeloopt anderzijds. Het zand in de Lauwerszee is in het algemeen vrij fijn van
korrel, daarnaast vertoont het plaatselijk een tamelijk hoog slibpercentage. Voor ver
werking is het zeer geschikt. De doorlatendheid van het zand is echter niet groot. Dit
laatste heeft ertoe geleid dat moeilijkheden werden ondervonden bij de ontwatering van
de zandlichamen die in de werkhoven werden opgespoten. Deze liggen opgesloten tussen
perskaden van potklei en keileem aan de zeezijde en de bestaande zeedijk aan de land
zijde, in beide gevallen grondlichamen met een geringe doorlatendheid. Daar de verti
cale waterbeweging als gevolg van de structuur van het zand enerzijds en van de onder
grond anderzijds (aanwezigheid en sliblaagjes) sterk werd geremd, daalden de water
standen in het stort dus maar zeer langzaam. Om het uitdrukken van de perskaden ten ge
volge van waterspanningen te beperken werd op enkele plaatsen gedurende enige tijd
met succes een bronbemaling toegepast.
Een belangrijk onderzoek heeft plaatsgevonden met betrekking tot de bruikbaarheid van
het materiaal potklei dat in het Lauwerszeegebied in belangrijke hoeveelheden wordt aan
getroffen. De potklei is donkergrijs tot bruinzwart van kleur, zij bevat een hoog percentage
43