het Provinciaal Verslag van Zeeland over dat jaar: 'Het Sloe, waarvan de overvaart sedert het einde van Januarij door zwaren ijsgang zeer was bemoeijelijkt, werd den 16en Februarij op de hoogte der Sloedammen te voet gepasseerd, hetwelk voortduurde tot den 27en dier maand. Den 24en reed men zelfs met eene, met paarden bespannen slede van Zuid-Beve land naar Walcheren De rivier de Eendragt geraakte reeds den 12en Februarij met eene ijskort overdekt en bleef in dien toestand tot den 28en dier maand, gedurende welken ook hier voorbeeldeloos langen tijd het ijs door personen en goederen werd gepasseerd'. Aanleg van spoorwegen en spoorbruggen Ook elders in Nederland vormden de rivieren vaak ernstige hinderpalen. Vaste oever verbindingen over grote wateren zijn eerst in betrekkelijk recente tijd tot stand gekomen. Vóór met de aanleg van spoorwegen werd aangevangen, waren er - uitgezonderd de stenen brug over de Maas te Maastricht en de houten brug over de Geldersche IJssel bij Kampen slechts enkele schipbruggen over de hoofdrivieren, maar geen doorgaande bruggen met vaste steunpunten. Zelfs toen reeds spoorbruggen in het oosten van ons land werden gebouwd, zag men om technische en financiële redenen nog weinig heil in over eenkomstige bruggen in het zuidwesten, zodat daar ook geen spoorwegen werden aan gelegd. Deze kwamen wel spoedig tot stand aan de periferie van het Deltagebied. In 1847 werd de spoorlijn Amsterdam-Haarlem—Leiden-Den Haag tot Rotterdam doorgetrokken; in 1855 volgde hierop de lijn van Utrecht over Gouda naar Rotterdam. In ditzelfde jaar werd ook de spoorweg van de Belgische grens over Roosendaal naar Moerdijk in gebruik ge nomen (van waar men per stoomboot Rotterdam kon bereiken). Ook de wet van 18 augustus 1860, die overigens de totstandkoming van een aaneengeslo ten spoorwegnet door bijna geheel Nederland verzekerde, voorzag nog geen brug over het Hollandsch Diep. Wel zou er een spoorwegverbinding komen van Rotterdam naar Breda, maar in deze verbinding zou te Willemsdorp op de rechter- en te Moerdijk op de linkeroever van het Hollandsch Diep een spoorweghaven worden aangelegd, welke havens door een stoompont zouden worden verbonden. Eerst toen de lijn Breda—Moerdijk klaar was, werd bij wet van 6 juli 1867 besloten een enkelspoorbrug over het Hollandsch Diep te bouwen. Daardoor kon de lijn Breda-Lage Zwaluwe-Dordrecht begin 1872 worden 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 11