bij de aandacht. In sommige gevallen zal schade door verdroging kunnen worden voor komen door het aanbrengen van speciale voorzieningen. Tenslotte zullen ook scheepswerven de invloed ondergaan van de veranderde waterbewe ging. De veranderde waterstanden zullen in bepaalde gevallen voorzieningen aan de hel lingen en de verdere outillage van de werven nodig maken. In sommige gevallen zal ook b.v. aan de mogelijkheid van het tewaterlaten van schepen de nodige aandacht moeten worden besteed in verband met de veranderingen in stromingsrichtingen en kenterings tijden. In vele gevallen zal de noodzaak van het tot stand brengen van aanpassingen tevens aan leiding zijn om te komen tot verbeteringen of zelfs tot geheel andere bestemmingen van de aan te passen objecten. Bij polders kan dit betreffen: een ruilverkaveling, concentratie van polders, een verbeterde waterbeheersing met b.v. een diepere ontwatering en de mogelijk heid van inlaat van water, etc. Buitendijkse gorzen en grienden kunnen voor landbouw grond, haven- en industrieterrein, recreatieterrein, natuurreservaat, etc., worden bestemd en zonodig voor deze bestemmingen geschikt worden gemaakt door inpoldering, opspuiting, ontsluiting, bebossing, etc. Aanpassing van havens en vooral havenconcentratie kan leiden tot het beschikbaar komen van havens die mede dienstbaar kunnen zijn aan de recreatie of de industriële ontwikkeling in een bepaalde streek. Zo zijn vele voorbeelden te noemen. Door het veelal samengaan van aanpassing met verbetering en ontwikkeling, speelt bij de voorbereiding van de aanpassingen het planologisch aspect een belangrijke rol. In deze gevallen is een gecombineerde behandeling van het vraagstuk van de aanpassingen en de toekomstige bestemming en inrichting van de Deltawateren met de oevers en de droog vallende gronden geboden. In de Deltawet wordt wat betreft de aanpassingen onderscheid gemaakt tussen voor zieningen betreffende waterstaatswerken en tegemoetkomingen in schade, hetzij door het treffen van voorzieningen, hetzij in geld. De desbetreffende artikelen luiden: Artikel 3. 1. Voorzieningen betreffende waterstaatswerken, welke naar het oordeel van Onze voornoemde Minister (van Verkeer en Waterstaat) in het algemeen belang nood zakelijk of wenselijk zijn als gevolg van de uitvoering van de in artikel 1 bedoelde werken (o.m. de afsluitingswerken in het Deltagebied), worden door het Rijk getroffen, tenzij het volgend lid van dit artikel daarop van toepassing is. 2. Indien als gevolg van de uitvoering van de in artikel 1 bedoelde werken voorzieningen moeten worden getroffen ter aanpassing van bestaande waterstaatswerken of nieuwe vervangende werken tot stand moeten worden gebracht, geschiedt dit door de beheerders dan wel door degenen, die daartoe uit anderen hoofde verplicht zijn. Artikel 5. 1. De kosten van de werken bedoeld in de artikelen 1 en 3, eerste lid, worden door het Rijk gedragen behoudens aan anderen krachtens afzonderlijke wet op te leggen bijdragen. 3. In de kosten van de werken bedoeld in de artikelen 1 onder II en 3, tweede lid, kan van rijkswege volgens bij of krachtens afzonderlijke wet te stellen regelen een bijdrage worden verleend. Artikel 6. Indien ingevolge de artikelen 1 of 3 werken worden uitgevoerd of voorzieningen worden getroffen door anderen dan het Rijk, kunnen aan dezen daartoe voorschotten uit 's Rijks kas ter beschikking worden gesteld. 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1962 | | pagina 30