Situatie van het meetstation te Katwijk
Afdeling van het K.N.M.I., het Laboratorium voor Grondmechanica, de Technisch-Physische
Dienst (TPD-TNO), de Rijksuniversiteit van Utrecht, de Vrije Universiteit en de Gemeente
lijke Universiteit van Amsterdam en de Technische Hogeschool te Delft. Voorts zouden de
metingen onuitvoerbaar zijn geweest zonder de assistentie van de Koninklijke Marine, de
Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht.
Welke aspecten zouden bij het te verrichten kustonderzoek in het bijzonder naar voren
moeten komen? Een eerste doel van de metingen zou moeten zijn het verband op te
sporen tussen de in de natuur voorkomende onregelmatige golven met wisselende golf
hoogte, periode en golflengte en de regelmatige geschematiseerde golven, waarvan bij
berekeningen en ook in de meeste waterloopkundige modellen gebruik wordt gemaakt.
Voorts was het van belang de invloed te bepalen van deze onregelmatige golven en van
de getijstromen op de zandbeweging langs de kust. Tenslotte zou het golfbeeld nabij de
kust moeten worden vergeleken met het golfbeeld dat dagelijks door de Nederlandse licht
schepen wordt vastgelegd. Immers, indien dit verband bekend is, wordt het mogelijk uit de
reeks van waarnemingen die door deze schepen gedurende een periode van meer dan tien
jaar zijn verzameld conclusies te trekken met betrekking tot het golfbeeld bij de kust en
het daarmee samenhangende vraagstuk van de zandbeweging.
Omdat het zich liet aanzien dat de interpretatie van gegevens, afkomstig uit gebieden
met gecompliceerde golfbeelden en getijstromen, moeilijkheden zou kunnen geven werd
het wenselijk geacht de metingen uit te voeren langs een gedeelte van de kust waarvan
de vorm weinig onregelmatigheden vertoont. De keuze is gevallen op de kuststrook bij
Katwijk, ook al omdat zich daar een golfmeetpaal in zee bevindt, met behulp waarvan
reeds gedurende drie jaren waarnemingen van golfhoogten zijn verricht. Derhalve werd
ten zuiden van Katwijk gedurende de maanden augustus en september van dit jaar een
meetpost ingericht.
Deze meetpost omvatte, zoals uit de situatietekening blijkt, behalve de reeds genoemde
golfmeetpaal, drie stalen vakwerktorens, een radarpost, een inrichting voor het transport
van gemerkt zand naar deze torens en voorts werk- en verblijfsruimten. De bezetting van
ca. 25 man werd ondergebracht in legertenten.
De bijzonder ongunstige weersomstandigheden van begin augustus hebben de voorberei
dende werkzaamheden sterk gehinderd. Een ernstige tegenslag was het feit dat de hevige
85