C. De werken ten noorden van
Hoek van Holland
De verhoging van de zeewering te Harlingen
De verhoging van de zeewering te Harlingen omvat werken, gelegen tussen de noordelijke
en de zuidelijke havendam. Van deze werken zijn in de afgelopen jaren gereed gekomen
(van noord naar zuid): de verhoging van de Tsjerk Hiddessluizen (zie Driemaandelijks Be
richt no. 9), de verhoging langs de Nieuwe Voorhaven, mede omvattend de bouw van een
nieuwe postbootkade (no's 6 en 8) en de bouw van een keersluis (no's 6, 8, 9 en 11). Thans
is in uitvoering de verhoging van het gedeelte tussen de keersluis en de zuidelijke haven-
dam. Dit werk omvat de volgende vier onderdelen:
a. de bouw van een kadewand langs de Willemshaven;
b. de wijziging en aanpassing van het spoorwegemplacement;
c. de bouw van een spoorwegcoupure nabij de zuidelijke havendam;
d. de bouw van een hoogwaterkerende muur tussen de keersluis en de spoorwegcoupure
en de aanleg c.q. verhoging van een dijk tussen de spoorwegcoupure en de zeedijk.
Door de aanleg van een nieuwe hoogwaterkering zuidelijk van de keersluis en in verband
met de geringe daarvoor beschikbare ruimte, was het noodzakelijk het spoorwegemplace
ment te wijzigen en aan te passen. Aanleg van de nieuwe kering aan de zeezijde van
het emplacement kwam niet in aanmerking, omdat daardoor het gebruik van haveninstal
laties onmogelijk zou worden. Het werk diende dus aan de landzijde te worden uit
gevoerd.
Dit bracht de volgende consequenties mee. Ten eerste moesten de sporen zeewaarts wor
den verplaatst. Ten tweede moest ruimte geschapen worden voor de bouw van de nieuwe
kering en diende, in verband met de wenselijkheid van een betere aansluiting van het
reizigersperron op de nieuwe postbootkade, het perron Harlingen-Haven naar de keer
sluis te worden verplaatst. Ten derde moest - voorafgaand aan de uitvoering van deze
werken - de bestaande kadewand langs de Willemshaven worden verplaatst en aangepast.
Tenslotte moest een coupure worden gemaakt op het punt waar de spoorweg de water
kering kruist.
Het eerst werd de verplaatsing van de kadewand langs de Willemshaven ter hand ge
nomen. De oude wand bestond uit een houten beschoeiing, aan de onderzijde gesteund
132