lm 1945 was de toestand in en nabij het Deltagebied zo dat vele wegen, hetzij door over
stromingen, hetzij door bominslag of andere oorzaak nagenoeg vernield waren, de spoor
wegen zwaar hadden geleden en bijna alle bruggen, tenminste tijdelijk, onbruikbaar
waren.
Slechts de spoorbruggen en de bruggen voor gewoon verkeer te Rotterdam, de in 1942 ge
reed gekomen tunnel onder de Nieuwe Maas te Rotterdam, evenals de brug voor gewoon
verkeer over de Oude Maas te Dordrecht waren op dat moment in tact.
Minstens even ernstig was de toestand van havens en vaarwegen. Door versperringen met
behulp van tot zinken gebrachte vaartuigen waren o.a. de havens van Rotterdam, Dor
drecht en Vlissingen niet te berei-ken, terwijl kademuren en havenoutillage zwaar waren
gehavend. De meeste kanalen waren onbevaarbaar doordat bruggen en sluizen waren
vernield. Op 'nagenoeg alle tussenwateren was het scheepvaartverkeer door de aanwezig
heid van mijnen en wrakken en de afwezigheid van betonning gestremd. Slechts over de
Westerschelde en door het Kanaal door Zuid-Beveland was in mei 1945 weer scheepvaart
verkeer mogelijk.
Herstel en verbetering
De Rijkswaterstaat werd gemachtigd alle noodzakelijke maatregelen te treffen tot het vrij
maken van vaarwegen en havens. Dit hield in het opruimen en herstellen van de daarbij
behorende, vernielde of beschadigde kunstwerken en het bergen van de gezonken vaar
tuigen. Daartoe werd een opruimingsdienst in het leven geroepen, die een urgentiepro
gramma opstelde.
Wat het Deltagebied en de onmiddellijke omgeving daarvan betreft omvatte dit program
het vrijmaken van de toegangswegen voor de zeescheepvaart naar Rotterdam, van de ver
binding voor de binnenvaart tussen Rotterdam en Antwerpen (welke laatste haven onbe
schadigd in geallieerde handen was gevallen) en van de havens van Rotterdam, Dordrecht
en Vlissingen.
Ofschoon een ernstig tekort bestond aan materieel en materiaal werden in de nu volgende
jaren een groot aantal werkzaamheden in snel tempo uitgevoerd. Hiertoe behoorden het
herstel van de bruggen over de kanalen door Zuid-Beveland en Walcheren, het voorlopige
herstel van de grote sluizen bij Wemeldinge en Hansweert en van de sluizen en haven
werken te Vlissingen, verder het herstel van de haven van Rotterdam en van de bruggen
bij Moerdijk.
In vele gevallen leidden de herstelwerkzaamheden tevens tot het uitvoeren van reeds
lang nodig geoordeelde verbeteringen. Zo werden nieuwe veerhavens aangelegd in Vlis
singen en Breskens, werd de spoorbrug bij Moerdijk ingericht voor dubbelspoor en wer
den in het algemeen de veerverbindingen tussen de Zeeuwse eilanden belangrijk verbeterd.
Binnen deze periode van herstel en verbetering valt ook de afsluiting van de Brielsche
Maas. Hierdoor en door de bouw van een brug bij Spijkenisse is Rozenburg thans bereik
baar over vaste verbindingen en heeft het verkeer van Rotterdam en IJsselmonde met
Voorne-Putten de keuze tussen twee bruggen. De afsluiting van de Brielsche Maas heeft
de ontwikkeling van het Botlekgebied mogelijk gemaakt en die van het Europoortgebied
bevorderd.
Toeneming van het verkeer
Terstond na het einde van de oorlog breidde het motorrijtuigenpank zich opnieuw snel uit.
197