Het tracé van de dam door het Brouwershavensche Gat Zoals de lezer bekend zal zijn wordt de afsluiting van het Brouwershavensche Gat voor afgegaan door die van de Grevelingen. In nummer 4 van deze Berichten is uiteengezet waarom deze volgorde van uitvoering noodzakelijk is. De afsluiting van het Brouwershavensche Gat heeft als primair doel de bescherming van de langs de Grevelingen gelegen polders. Het tracé van de afsluitdam is vastgesteld na uitvoerig onderzoek. Daarbij kwamen de eisen van waterloopkundige en grondmechanische aard aan de orde en werden de ver schillende mogelijkheden tegen elkaar afgewogen wat betreft de kosten, de uitvoerbaar heid, de betekenis van de tracé's voor de waterhuishouding, voor de bestaande waterkerin gen, de wegaamsluitingen en de recreatie. Zoals gezegd heeft de afsluiting in het Brouwershavensche Gat als voornaamste doel het beschermen van de oostelijk van de dam gelegen gebieden. Het ligt daarom voor de hand dat gezocht is naar een tracé dat zover mogelijk zeewaarts is gelegen. Voor de aansluiting aan de noordelijke oever kwam de kop van Goeree 'in aanmerking, voor die aan de zuidelijke oever het gedeelte van de kust van Schouwen gelegen tussen Den Osse (ten noordwesten van Brouwershaven) en het begin van de duinenrij bij West- Repart. Het onderzoek heeft zich derhalve voornamelijk beperkt tot de genoemde stroken. Van de verschillende in aanmerking komende mogelijkheden bleek het in de figuur als tracé I aan geduide de voorkeur te verdienen, zoals in het onderstaande wordt toegelicht. Vier oplossingen kwamen in aanmerking. In elk van de gevallen kruist de afsluitdam de zuidelijke geul, het eigenlijke Brouwershavensche Gat. Dit betekent dat er, hoe dan ook, steeds één zuidelijk sluitgat zal moeten komen. Wat de noordelijke geulen betreft kruisen de tracé's, aangeduid als II, III en IV, het Sprin- gersdiep en de Kous afzonderlijk. Tracé I kruist deze wateren op een plaats waar beide zich tot één brede geul hebben verenigd. In verband met de omvang van de noordelijke geulen zouden bij keuze van de tracé's II, III of IV twee sluitgaten modig zijn, terwijl in het geval van tracé I met één noordelijk sluit gat kan worden volstaan. Een ander punt van onderzoek betrof de stroomaanval die op de oevers nabij een sluit gat kan worden verwacht. Zodra de aanleg van de damvakken zover gevorderd is dat al- 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 19