Voorbeeld van een oorspronkelijke golfregistratie te berekenen. Daarbij is een goede overeenkomst gebleken tussen gemeten- en berekende golfhoogten. Op deze wijze is het dus thans mogelijk om, behalve uit de registraties, ook uit het periodenspectrum de verschillende golfhoogten uit het werkelijke golfbeeld te ka rakteriseren met één karakteristieke golfhoogte. Als karakteristieke golfhoogte is sedert ge ruime tijd internationaal o.m. in gebruik de grootheid Hl/3, waaronder het gemiddelde van de 33 hoogste golven uit de beschouwde registratielengte van 100 karakterstieke wordt verstaan. Theoretisch is deze lengte dus betrokken op 100 golven. Door de spreiding in golfperiode en golfhoogte bevat deze registratielengte als regel 90-110 golven. Door de toenemende kennis omtrent het periodenspectrum en het verband hiervan met de verschillende golfhoogten uit het werkelijke golfbeeld kunnen, indien over nauwkeurige meetinstrumenten wordt beschikt, omgekeerd uit de gemeten golfhoogten weer conclusies worden getrokken omtrent de vorm van het periodenspectrum en de grootte van de ener gie, zonder dat het spectrum in zijn geheel wordt bepaald. Het spectrumonderzoek als onderdeel van de onderzoekmethodiek biedt naast meetgege vens, refractieberekeningen, lucht- en radarfoto's een nieuwe mogelijkheid om de golf beweging in het noordelijk Deltagebied zodanig te beschrijven, dat daarmede in de toe komst allerlei problemen van praktische aard, die met deze golfbeweging verband houden, nader tot hun oplossing kunnen worden gebracht. 247

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 25