Het smalle uiteinde van de dam is met het oog op het uitzicht voor de scheepvaart niet hoger gemaakt dan N.A.P. 4- 3,00 m. Deze hoogte geeft voldoende bescherming tegen golfoverslag. Bij de constructie van de havendam en de oeververdedigingen in de haven is rekening gehouden met de te verwachten verandering in waterstanden na de afsluiting van het Haringvliet. Beneden N.A.P. - 4 m is de havendam opgebouwd uit zand, afgedekt met zinkstukken. De teen aan de rivierzijde wordt gevormd door een grondbezinking op de bestaande rivierbodem. Boven dit peil is de dam voor een belangrijk deel opgebouwd uit mijnsteen. Aan de rivierzijde boven L.W. is een verdediging van zware stortsteen op grof grind aan gebracht, onder L.W. een bescherming met kraagstukken van rijshout. Aan de havenzijde wordt boven N.A.P. 4- 0,75 m een 20 cm dikke bekleding van beton blokken op grindzand aangebracht. Een gedeelte van dit talud wordt van granietblokken voorzien. Beneden dit peil ligt een filterconstructie van lagen gebroken grind, grof grind en lichte stortsteen. De havenoevers worden boven N.A.P. 4- 0,75 m eveneens voorzien van een bekleding met betonblokken. Beneden N.A.P. komt eveneens een filterconstructie, bestaande uit lagen grindzand, grof grind en lichte stortsteen. De hier beschreven werKen werden onderhands gegund aan de Aannemerscombinatie Willemstad voor f 3598200,-. Voor het gehele werk zullen moeten worden verwerkt: 171 000 ton mijnsteen, 45000 m2 zink werk, 186 000 m3 zand en 50000 ton steen uit ter beschikking te stellen voorraden. Met de uitvoering van het werk werd in juni 1963 een begin gemaakt. Het moet op 4 maart 1964 zijn voltooid. 253

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 31