Eb- en vloedrichtingen in het splitsingspunt bij
Dordrecht in de bestaande toestand
Voor de scheepvaart ongunstig stroombeeld zoals
dat na gereed komen van het Deltaplan enige malen
per jaar zal optreden.
de ebstroomsnelheden in de Noord als gevolg van de grotere hoeveelheid opperwater, die
moet worden afgevoerd, zullen toenemen. Aangezien de getijvulling en -lediging van het
Haringvlietbekken voor een belangrijk deel via de Noord zal plaats vinden zullen ook de
vloedsnelheden toenemen. Een en ander maakt het waarschijnlijk dat de bodem van de
Noord zal gaan uitschuren. Het laat zich dan ook aanzien dat mettertijd de rivierbodem
tegen deze uitschurende werking moet worden beschermd door het aanbrengen van een
grindbestorting.
Ook voor de scheepvaart zullen de wijzigingen in de stromingstoestand consequenties
hebben. Daar behalve de maximum snelheden ook de onderlinge faseverschillen tussen
eb- en vloedstroom in de verschillende riviertakken zullen veranderen, zijn de moeilijk
heden voor de scheepvaart voornamelijk te verwachten op de splitsingspunten der rivieren.
Een van deze splitsingspunten, gelegen bij de stad Dordrecht, is in dit verband van bijzon
der belang. Hier ontmoeten elkaar de Beneden Merwede, waarlangs een groot deel van
het opperwater wordt aangevoerd, de Noord, die een deel van dit water naar de Water
weg voert, en de Oude Maas, die een schakel is in de verbinding met het Haringvliet. Het
229