In het verleden zijn zulke ijsdammen herhaaldelijk voorgekomen. Zij hebben grote bedrei
gingen gevormd voor overstromingen. Het intensieve ijsbreken dat door de Rijkswaterstaat
elke ijswinter weer opnieuw wordt uitgevoerd heeft dan ook voornamelijk tot doel de
stagnatie van de ijsafvoer en de vorming van eventuele ijsdammen te voorkomen. Hoewel
de criteria voor de vorming van ijsdammen tot voor kort weinig bekend waren heeft een
nieuwe bewerking van het waarnemingsmateriaal van onze rivieren (vooral waterstanden)
tot een beter inzicht in deze materie geleid. Er zijn resultaten gevonden, die in goede over
eenstemming zijn met wat in het buitenland (Canada) hierover bekend is geworden. Daar
uit blijkt onder andere, dat ijsdammen in het bijzonder worden gevormd, wanneer de ver
houding tussen de diepte van de rivier en het kwadraat van de stroomsnelheid een be
paalde waarde aanneemt.
Opgemerkt kan nog worden, dat in de laatste ijswinters de vorming van ijsdammen op de
bovenrivieren minder grote problemen heeft opgeleverd dan vroeger wel eens het geval
is geweest.
Het is vrijwel zeker, dat een geringe temperatuursverhoging van het Rijnwater (1,5-2,0° C)
welke veroorzaakt wordt door warm industriewater, zowel als de Waal-normalisatie een
belangrijke invloed ten gunste hebben gehad van het ijsregime van onze bovenrivieren ge
durende de laatste decennia.
Ijsvrij houden der Haringvlietsluizen
In relatie met de bovengenoemde studie hield een tweede werkgroep zich bezig met de
voorzieningen welke aan de Haringvlietsluizen nodig zijn om hiermee op de vereiste ma
nier te kunnen werken. Het werd daarbij al spoedig duidelijk, dat mede ter verzekering
van een onder uiteenlopende omstandigheden optimale ijsafvoer zodanige voorzieningen
nodig zijn, dat het openen en sluiten van de grote schuiven onder alle omstandigheden
ook gedurende een zeer strenge winter - mogelijk blijft.
Aangezien in ons land ervaring op dit gebied ontbrak, werd besloten in het buitenland
hierover nadere inlichtingen in te winnen. Zo werd een bezoek gebracht aan Frankrijk,
waar nagegaan werd op welke wijze beweegbare keringen in de gekanaliseerde Rhone
ijsvrij worden gehouden. Ook werd een reis gemaakt naar het noorden van Zweden, waar
stuwkeringen bij zeer zware vorst beweegbaar worden gehouden.
284