dan van een isolerende laag (b.v. 10 cm basaltwol) voorzien. Als verwarmingseenheid ge bruikt men elektrische elementen ('aerotempers') welke in het onderste deel van de kleppen wordt geplaatst en waardoor een warme lucht-circulatie wordt onderhouden. Verder wordt verwarming met infrarode stralers toegepast ter hoogte van de waterspiegel tegen de bovenzijde van de klep. Bijzondere hulpmiddelen Naast de bovenbeschreven verwarmingsmethoden zijn er nog aanvullende middelen wel ke mede tot het ijsvrij houden van constructies kunnen leiden. Als belangrijkste van deze bijzondere hulpmiddelen moet het luchtbellenscherm worden genoemd. Deze universele methode, die ook in andere gebieden van de waterbouwkunde reeds zoveel mogelijkheden biedt (pneumatische golfbreker, zoutscherm) blijkt ook hier een veelbelovend toepassingsgebied te hebben. Door de luchtbellenstroom wordt een circulatie geïntroduceerd, waardoor water van iets hogere temperatuur, dat zich op grotere diepte bevindt, naar de oppervlakte wordt ge bracht. Ondanks minimaal kleine temperatuurverschillen kunnen hierdoor toch vrij grote hoeveelheden warmte worden getransporteerd. Doordat voorts de lucht vaak verwarmd is (b.v. doordat er geen koelinstallatie op de compressor staat) wordt bovendien met de luchtstroom mee een hoeveelheid calorieën aan het water toegevoegd. Vooral bij korte aanvoerleidingen kan dit van betekenis zijn. Het luchtbellenscherm wordt in Zweden veelvuldig toegepast. Niet alleen vindt men het voor het ijsvrij houden van kunstwerken, doch ook voor het ijsvrij houden van havens (Stockholm) en haventoegangen wordt dit systeem met vrucht toegepast. In de afgelopen winter heeft men ook in Nederland het luchtbellenscherm in de strijd tegen het ijs beproefd. Zo werden installaties aangelegd (meestal geïmproviseerd) bij de stuw in de Hollandsche IJssel, bij schutsluizen in de Twente-kanalen, bij de uitwaterings sluizen van het IJsselmeer in de Afsluitdijk en bij een scheepswerf in Zuid-Holland. Voorwaarde voor de toepassing van deze methode is, dat het water niet stroomt. Door experimenten op de Rijn werd bevestigd, dat in stromend water geen succes van deze methode kan worden verwacht. Een andere voorwaarde voor een succesvolle toepassing van samengeperste lucht bij ijs- bestrijding is te voorkomen, dat de uitstroomopeningen bevriezen door expansie van de uittredende lucht. In het oog moet worden gehouden, dat ook condenswater in het buizen stelsel tot bevriezing aanleiding kan geven. Een verder in aanmerking komend hulpmiddel bij kunstwerken en in het bijzonder ook van toepassing als er geen stroom staat, is het gebruik van stroomverwekkers. Hiermee worden bedoeld pompeenheden van bepaalde vorm en capaciteit (b.v. 2-3 pk), waardoor water van even boven 0° langs een ijsdek wordt gepompt. Hierdoor kan een reeds gevormd ijs- dek vrij snel worden opgeruimd terwijl tevens de vorming hiervan, over een vrij groot ge bied, kan worden tegengegaan. Breken en opruimen van ijs Een andere werkgroep houdt zich bezig met de problemen welke samenhangen met het breken van ijs en de ontwikkeling van hulpmiddelen voor de ijsopruiming. Allereerst moest in de afgelopen winter het routine-ijsbreekwerk op de rivieren worden uitgevoerd, waarbij voornamelijk de traditionele methoden werden gebruikt. Een verslag hierover is opgenomen in het Driemaandelijks Bericht nr. 7. 286

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 12