De ontgraving voor de stortebedden van de spuisluis in het Haringvliet In het Driemaandelijks Bericht nr. 24 is vermeld dat ten aanzien van de vorm van de stortebedden de keuze is gevallen op het horizontale type, en dat de bovenkant ervan op een diepte van N.A.P. - 13,50 m zal komen te liggen. Deze diepte, die op grond van modelonderzoeken werd bepaald, is aanmerkelijk geringer dan de aanvankelijke inzichten als de meest gunstige hadden doen verwachten. Zo werden dan ook, zoals uit nr. 24 blijkt, bij het modelonderzoek diepten tot resp. N.A.P. - 25 meter en N.A.P. 35 meter in beschouwing genomen. De ontgravingen tot een derge lijk peil hadden met behulp van speciaal voor dit doel te bouwen cutters kunnen geschie den, waarna het stortebed in den natte zou zijn uitgevoerd. Nu men met een zoveel geringere diepte blijkt te kunnen volstaan, kunnen de ontgraving zowel als het aanbrengen van de stortebedden voor een zeer groot gedeelt^ in den droge worden uitgevoerd. Aangezien het ontgraven en het bouwen nu tegelijkertijd met de mon tage van de schuiven in de sluis kunnen geschieden, wordt tijdwinst verkregen. Hierdoor kan een vertraging van het werk door achterstand op het montageschema van de schuiven weer gedeeltelijk worden ingelopen. De bodemverdediging kan, nu goeddeels in den droge wordt gewerkt, ook veel nauw keuriger worden uitgevoerd dan in den natte mogelijk is. Dit resulteert in besparingen op materiaal en kosten. De in Driemaandelijks Bericht nr. 24 aangegeven constructie van het stortebed is iets gewijzigd. Het betonnen deel van het stortebed aan de rivierzijde wordt n.l. op staal gefundeerd en niet op palen. Dit bleek nodig, omdat de brugkraan, die voor het monteren van de schuiven zal worden gebruikt, na een verbouwing op een railbaan naast de sluis- vloer komt te staan; een paalfundering zou in verband met deze tijdelijke hoge boven- belasting erg zwaar moeten worden. Om tijd te winnen wordt het betonnen deel van het stortebed gereed gemaakt voordat met de montage van de schuiven wordt begonnen. De betonplaat van het stortebed wordt 1,5 meter dik en 33 meter breed. De oorspronkelijke breedte van 35 meter is niet aangehouden, omdat anders een weg in de bouwput zou moeten worden opgebroken. De in den droge te ontgraven hoeveelheid grond bedraagt 2,4 miljoen m3, welke in twee en een half jaar tijds moet worden getransporteerd naar verschillende terreinen aan de zuidzijde van het Haringvliet. De omvang van dit grondverzet maakte vergelijkende 362

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 32