Tracé en dwarsprofiel van de Grevelingendam ter plaatse van de afsluiting van
de noordelijke geulen
Enige beschouwingen over het tracé
In nr. 15 van dit Driemaandelijks Bericht zijn in het artikel 'Het ontwerp voor de Grevelin
gendam' de motieven uiteengezet die tot de vaststelling van het tracé voor deze dam heb
ben geleid. Daaruit blijkt, dat het tracé voornamelijk is bepaald op grond van plano
logische en waterloopkundige factoren, waarbij financiële overwegingen mede een rol
hebben gespeeld.
Tot de bepalende planologische factoren behoorden in de eerste plaats de aan de weg
over de Grevelingendam te stellen verkeerstechnische eisen en de aansluiting van de
dam op het wegenstelsel van Flakkee. Het verloop van de nieuw te scheppen doorgaande
verkeersweg ten opzichte van het dorp Oude Tonge is sterk bepalend geweest zowel
voor het aansluitpunt van de Grevelingendam op de Flakkeese oever alsook voor de
richting van deze dam ter plaatse. In zeer sterke mate werd het tracé hiermee vastgesteld.
De waterloopkundige factoren die van belang waren, hadden enerzijds betrekking op de
te verwachten stroomsnelheden in het Zijpe, welke, zij het in geringe mate, konden wor
den beperkt door een zo oostelijk en zuidelijk mogelijk gelegen tracé te kiezen. Ander
zijds moest rekening worden gehouden met een mogelijke uitbreiding en verplaatsing
naar het noorden van de hoofdgeul Krammer, waardoor bij een te ver naar het oosten
en zuiden verschoven tracé na verloop van tijd de stabiliteit van de afsluitdam in gevaar
zou kunnen worden gebracht.
Daarnaast moest rekening worden gehouden met overwegingen van andere aard, zoals
verkeerstechnische eisen, planologische ontwikkelingen, uitvoeringsmogelijkheden en kos
ten. Op grond van al deze overwegingen die ook reeds in Bericht nr. 15 werden
besproken, werd het tracé vastgesteld zoals dat op de situatietekening is aangegeven en
waaruit blijkt dat dit ter plaatse van de kruising van de noordelijke geulen een gebogen
vorm heeft.
De noordelijke geulen van de Grevelingen zullen, in tegenstelling tot de zuidelijke geul,
niet met caissons gesloten worden, doch de sluiting zal verwezenlijkt worden door het
storten van steen en andere materialen. Daarbij zal worden gewerkt volgens het principe
van de 'geleidelijke sluiting', waarbij over de volle breedte van het sluitgat de sluitdam
steeds hoger wordt opgebouwd in nagenoeg horizontale lagen.
Voor het storten van de materialen van deze sluitdam zal gebruik worden gemaakt van
335