plaatsvinden. De aanpassing bleek gelukkig snel genoeg te vorderen, zodat men door afwisselend de beide opritten met een 2 m dikke laag te verhogen, zonder onderbreking kon doorwerken. Een soortgelijk stabiliteitsprobleem, deed zich voor bij het baggeren van de bouwput tus sen beide ophogingen. Ook hier moesten de waterspanningen in en onder de ophoging beneden een bepaald niveau dalen voor de tegen afschuiving steungevende lagen moch ten worden weggebaggerd. Deze problemen kwamen naar voren na het bekend worden van de algemene bodem- opbouw en de dimensionering van de te bouwen kunstwerken. Het bodemonderzoek met behulp van boringen en sonderingen echter blijft altijd beperkt tot steekproeven. Verras singen tijdens de uitvoering zijn dan ook allerminst uitgesloten. Dit was ook hier het geval, ondanks een vrij dicht net van boringen. Nadat de put was drooggevallen bleek de putbodem op enkele plaatsen een te geringe draagkracht te bezitten. Vermoedelijk betrof het hier opvullingen van kreken die zich in een vroeger tijdperk in deze zandlaag een weg hebben gebaand. Op twee plaatsen kon met eenvoudige maatregelen worden volstaan. Daar lag de draagkrachtige laag op N.A.P. - 11 m resp. N.A.P. 11,50 (dus 1 tot 1,5 m onder de putbodem zodat een ondiepe, in dunne lagen verdichte grondverbetering betrekkelijk eenvoudig en met geringe kosten was aan te brengen. De twee andere gevallen brachten echter grotere moeilijkheden met zich mee. In het ene geval bestond de zwakke plaats uit zand met een slechte pakkingsdichtheid, in het andere geval uit klei en veen. De draagkrachtige laag lag hier op c.a. N.A.P. - 15 m. Om de inmid dels begonnen sluisbouw zo weinig mogelijk op te houden was een snelle voorziening ge wenst. Extra aangebrachte bronnen waren niet in staat tijdig een voldoende waterstands verlaging te bewerkstelligen. Daardoor was het onmogelijk op de normale manier een in dunne lagen verdichte grondverbetering aan te brengen. Alleen het klei- en veenpakket is daarom vervangen door zand en beide zwakke plaatsen zijn vervolgens door middel van verdichten op diepte (Rütteln-druckverfahren) tot de vereiste kwaliteit gebracht. Bij dit proces wordt met behulp van een trilapparaat dat in de grond wordt gebracht de pakkings dichtheid van het zand vergroot. Gelukkig hoefde men dit effectieve maar kostbare pro cédé behalve in twee betrekkelijk kleine gebieden nergens toe te passen. 402

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 16