Platen en diepten in de Oosterschelde ter plaatse van de voorgenomen afsluiting. De arcering stelt de strook voor waarbinnen het dijktracé zal worden geprojecteerd dat de verbindingslijn tussen de zuidpunt van de Schouwse duinenrij en de westelijke punt van Noord-Beveland een nogal markante scheidingslijn is. Zeewaarts nemen de golf hoogten namelijk snel toe, tengevolge waarvan het aantal werkbare dagen in het bouw- seizoen afneemt; vanaf de scheidingslijn oostwaarts zijn de verschillen in golfhoogte van veel minder betekenis. De voorgaande overwegingen en beschikbare gegevens leidden tot het vaststellen van een strook, waarbinnen op grond van de momenteel beschikbare gegevens het tracé bij voor keur zou moeten liggen; deze strook staat afgebeeld op het kaartje. Voor een definitieve keuze van het tracé zijn allereerst waterloopkundige overwegingen van belang. Berekeningen en proeven in het overzichtsmodel der benedenrivieren in het Waterloopkundig Laboratorium te Delft (model M 600) zullen m,oeten uitwijzen op welke stromingen in de verschillende bouwstadia gerekend moet worden in de sluitgaten van enkele in de strook nader te onderzoeken tracés. Op grond van deze uitkomsten, van de resultaten der nog gaande onderzoekingen en van economische overwegingen zal een voorlopig tracé kunnen worden vastgesteld; op deze keuze zullen bijkomstige aan gelegenheden - als wegaansluitingen, waterhuishoudkundige overwegingen en toe komstige ontspaningsmogelijkheden zijdelings van invloed kunnen zijn. Inmiddels is men in het Waterloopkundig Laboratorium 'De Voorst' begonnen met de bouw van een model van de Oosterschelde, waarin het gekozen tracé nader kan worden onderzocht. Het ligt in de bedoeling dat dit model in een loods zal worden onder gebracht, omdat het bij de gewenste schalen (horizontaal 1 300, vertikaal 1 100) dus danige afmetingen zou verkrijgen dat de wind bij metingen in de open lucht storend zou kunnen werken. Dit model, waarvan de oostelijke en westelijke grenzen ongeveer aan gegeven worden door de op het kaartje getekende binnenste en buitenste meetraaien, zal geschikt zijn voor proeven met getij-stroming. 405

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 19