ren. Dit is vooral van belang, omdat naast de Rijkswaterstaat veelal ook de Provinciale Waterstaat en de Cultuurtechnische Dienst hun medewerking en goedkeuring aan de wer ken moeten geven. Hieronder wordt van de aanpassingswerken in voorbereiding of uit voering een overzicht gegeven. Noord-Brabant Voor het Waterschap de Brabantse Biesbosch wordt een plan opgesteld dat in de eerste plaats voorziet in de ontwatering van de vele polders en in de ontsluiting van de percelen die in de toekomst niet meer over water bereikbaar zullen zijn. Aan dit omvangrijke aan passingsplan, waarvan de recreatie en natuurbescherming belangrijke aspecten zijn, wordt binnenkort een apart artikel gewijd. Andere belangrijke gebieden zijn die van de Donge en het Oude Maasjewelke groten deels buiten de hoofdwaterkering liggen, waarvan tot nog toe één a twee keer per jaar delen worden getroffen door een overstroming. De twee gebieden liggen namelijk zon der meer epen voor stormvloeden, omdat vroegere plannen ter afsluiting van het Oude Maasje en de Donge weer werden verlaten, zonder dat op andere wijze de gebieden bin nen de hoofdwaterkering werden gebracht. Natuurlijk is deze toestand nadelig voor de hier tot ontwikkeling komende tuinbouwgronden en beperkt het de mogelijkheden er van. Maar een oplossing voor de problemen van dit gebied op grote schaal - bij voorbeeld door de dijken langs Amer en Bergsche Maas zonder meer door te trekken is vóór de afsluiting van het Volkerak en het Haringvliet niet mogelijk: wanneer men het gebied van Donge en Oude Maasje moest missen, zouden bij stormvloed ongetwijfeld andere polders in dit deel van het Deltagebied onderlopen. Het is een eeuwenoud probleem van de droogmaking: elk bergingsgebied dat omdijkt en tot polder verheven wordt betekent een vergroting van de bedreiging van reeds bestaande polders, doordat het het water minder ruimte laat dan voorheen. Na de afsluiting van het Haringvliet zal dit dilemma uit de wereld zijn. Overstroming van het gebied van Donge en Oude Maasje zal, zonder dat men dijken legt, niet vaker meer voorkomen dan eens in de 100 of 200 jaar en het staat de polderbesturen dan vrij, dit gebied door bedijking verder te verbeteren. Daar in dit gebied verschillende aanpassingwerken moeten worden uitgevoerd, ontwik kelt men op het ogenblik op instigatie van de Provinciale Waterstaat plannen die aan- 516

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 18