Verondieping van de Schaar van Onrust en vorming van een secundaire ebschaar - de oostelijke uitloper van de vloedschaar van de Roompot - hier en daar ondieper en aanmerkelijk smaller werd. Deze ontwikkeling dateert van de laatste tijd, immers van april 1961 tot de zomer van 1963 was de Schaar van Onrust vrij stabiel. Dit be vestigt het vermoeden, dat de snelle vorming van de genoemde secundaire ebschaar door de Hompels heen zich in de toekomst zal gaan voortzetten en dat de vloed- en ebschaar van de Roompot zich hier tot één geul zullen gaan verenigen. In het Westgat - de noordelijk gelegen geul in de mond van de Oosterschelde in het binnengebied van de Oosterschelde en in de verbindingsgeulen tussen de Roompot en het Westgat o.a. de Schaar van Roggenplaat waren over de periode 1961—1963 de bodemveranderingen gering, zodat gesteld mag worden dat de invloed van de afsluiting van het Veersche Gat op de bodemfiguratie in de Oosterschelde zich zal beperken tot het gebied van de Room pot tussen Walcheren en Noord-Beveland. Daar uit getijberekeingen bij open en gesloten Veersche Gat is gebleken, dat het totale getijvolume in de mond van de Ooster schelde niet noemenswaard veranderde als gevolg van de afsluiting, mag aangenomen worden, dat in de toekomst het getijvolume van het Westgat in ongeveer gelijke mate zal afnemen als dat van de Roompot zal toenemen. 528

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 30