K3^t: Het drainage-filter in opbouw. Het nymplex-doek wordt telkens omgeslagen, zodat het de zaagtandvorm van de materiaalgrens volgt zand werd met behulp van enkele proeven onderzocht in het laboratorium van de afdeling Waterhuishouding van de Deltadienst. Uit het onderzoek bleek, zoals te ver wachten was, dat de overgang tussen betongrind en betonzand te plotseling was, en dat het grensvlak niet stabiel bleef. Deze moeilijkheid werd ondervangen door tussen deze twee lagen een geweven doek van polyethyleen garen, zogenaamd Nymplex, aan te brengen. Dit boek is wel waterdoorlatend, maar laat het betonzand vrijwel niet door. Uiteindelijk werd voor het filter de volgende opbouw gekozen: een eerste laag van betongrind met een gemiddelde dikte van twee meter, horizontaal gemeten; een tweede laag van Nymplex-doek; een derde laag van betonzand met een gemiddelde dikte van 0,8 m, horizontaal gemeten. De gaten in de L-muur worden gevormd door plastic-buizen met een diameter van 19 cm, die vóór het storten van het beton werden aangebracht op een onderlinge afstand van 1,6 m hart op hart. Om uitspoelen van het betongrind te voorkomen werden de buizen in een schuine stand geplaatst en werd bij de opbouw van het filter rondom de opening van de buizen aan de achterkant van de muur zeer grof grind aangebracht. De opbouw van het filter achter de L-muur vindt in den droge plaats. Afwisselend wordt in horizontale lagen van 0,50 m eerst het betonzand aangebracht, dan het Nymplex- doek omhooggerold, daarna de laag betongrind en tenslotte het fijne aanvullingszand omhoog gebracht. Door deze wijze van opbouw ontstaat in het filter een zaagtandvorm. Na het gereedkomen van het hele drainage-systeem kan de rest van het sluisterrein met geperst zand worden aangevuld. Een moeilijkheid die bij bijna alle filterconstructies voor komt, vormt het in het buitenwater aanwezige slib. Bij stijgend water stroomt het water door de gaten in de muur het filter binnen. Het is mogelijk dat het meegevoerde slib in in het filtermateriaal tot bezinking komt, zodat het filter op den langen duur verstopt raakt. Bij vallend water echter zullen dan de waterdrukken in het filter oplopen, en er bestaat een redelijke kans dat het neergeslagen slib wordt weggedrukt en weer naar buiten gespoeld. Enige zekerheid hierover kan echter vooraf niet worden verkregen. In ieder geval werd bij de dimensionering van de keermuur toch rekening gehouden met een wateroverdruk die overeenkomt met een waterstandsverschil van twee meter. Verwacht wordt, dat bij het opspuiten van het sluisterrein het filter goede diensten zal bewijzen. 536

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 38