Grijperkraantjes bezig met het leggen van de waterleiding grotere Waddenzee zou het waarschijnlijk al spoedig rendabel zijn een elektronisch plaatsbepalingssysteem op te bouwen waarmee men gedurende vele jaren kan werken ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van verdere indijkingen. Een bezwaar van het tot dusver gevolge systeem voor plaatsbepaling is dat men ter voor koming van ijsschade elke winter alle driehoekspunten in de Lauwerszee moet binnen halen, en in het daarop volgende voorjaar weer plaatsen. De zware palen voor de bakens worden tijdens hoogwater zover mogelijk drijvend over het Wad versleept en ter plaatse zo nodig tijdelijk ten anker gelegd, om bij het volgende laagwater overeind te worden gezet. Waar nodig wordt assistentie verleend met de boorbak, die tevens als lichte bok is ingericht. Interessante problemen kwamen aan de orde bij het leggen van een waterleiding van het vaste land van Groningen naar het werkeiland en van twee hoogspanningskabels van Friesland naar het werkeiland. Bij het leggen van de waterleiding deed het probleem zich voor hoe de leiding diep genoeg onder de grond kon worden gelegd, om te voorkomen dat zij öf zou stukvriezen öf door ijs, golven, stroom, schepen, ankers e.d worden beschadigd. Voor dit werk is de hulp ingeroepen van de firma Van der Stoel te Usquert, die voor de landaanwinnings- werken in Groningen drijvende greppelmachines heeft ontwikkeld. Deze machines schui ven bij laagwater over het Wad en kunnen met behulp van een grijper een greppel graven; bij hoogwater blijven ze ter plaatse drijven. Twee van dergelijke machines groeven een sleuf waarin de plastic waterleidingbuis van gedeeltelijk 10, gedeeltelijk l21/2 cm diameter werd neergelegd. Om te voorkomen dat de plastic buis, die, met zoet water gevuld, een kleiner soortelijk gewicht heeft dan het omringende met zout water verzadigde zand, zou opdrijven, werd hij met perkoenen om de 3 m extra verankerd. Een derde greppel machine vulde de sleuf vervolgens snel aan. Op deze wijze is het gelukt de waterleiding buis in de korte tijd van 3 weken over een lengte van 6,7 km over het wad van de Groninger kust naar het werkeiland te leggen. Opgemerkt dient te worden, dat de waterleidingbuis geen grote geulen behoefde te kruisen; het tracé is zodanig gekozen, dat een minimale kans bestaat op het uitschuren van geulen tijdens de voortgang van de Lauwerszeewerken. Waar de waterleidingbuis uitkomt op het dijkvak ten oosten van het werkeiland wordt hij beschermd door een plastic bodembedekking, bestort met grof grind; deze combinatie blijkt in de praktijk bijzonder 542

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 44