Beproeving van de kabelbaan en de gondels Hoewel de kabelbaan ook tijdens de proefritten aan de normale belasting was bloot gesteld, kan de eerste periode, waarin het bedrijf op gang werd gebracht, toch als een proefperiode worden aangemerkt. Spanningswisselingen in de kabel, het glijden van de kabel over de opleggingen en het op en neer bewegen van het contragewicht om het scharnierpunt, vonden toen niet meer bij een incidentele proefrit plaats, maar regelmatig en gedurende lange tijd. Het bleek daarbij, dat de kabel op zijn opleggingen geleidelijk aan wat makkelijker ging bewegen, doch dat daarentegen het contragewicht moeilijkheden ging geven ter plaatse van het als een draaibare constructie uitgevoerde punt waar de kabel bevestigd is aan het scharnierende contragewicht. Doordat dit draaipunt vast kwam te zitten, traden in de kabel buigingen op, die op de bevestigingsconstructie plooivormende krach ten uitoefenden. Het bleek nodig deze bevestigingen te versterken. Bij de gondels traden gedurende de eerste weken nogal wat kleine storingen op zoals lekken in de hydrau lische leidingen. Ook bleek het nodig in de eerste bedrijfsperiode een aantal wijzigingen aan te brengen in constructiedetails. Deze periode kan als een duurproef worden be schouwd, waardoor de zwakke punten aan het licht kwamen. Met het eigenlijke kabelbaanbedrijf werd begonnen op 3 augustus 1964. In het begin kon nauwelijks van een lopend bedrijf worden gesproken, vooral door storingen aan de gondels. De capaciteit lag in de eerste weken erg laag. Toch werd ondanks de moeilijk heden besloten, om met ingang van 24 augustus 1964 dag en nacht te werken, om ook zo snel mogelijk met het werken bij duisternis vertrouwd te geraken. Het bleek, dat het werken bij nacht geen bijzondere moeilijkheden opleverde, mede doordat het werk terrein van een zeer goede verlichting is voorzien. Aanvankelijk werd grof grind als stortmateriaal gebruikt. Om te voorkomen, dat veel grind door de mazen van de ketting-netten zou vallen, werden in de netten zeilen aan gebracht. Deze zeilen sleten echter zeer snel. De daarom naderhand gekozen oplossing om tot repen gesneden oude transportbanden door de netten te vlechten voldeed goed. De belading in de laadkelders verliep vlot. Toen echter door de eerder vermelde moei lijkheden met betrekking tot de kabelbevestigingen aan de contragewichten gedurende enige tijd geen circuit kon worden gereden, werd, om het bedrijf zo goed mogelijk aan de gang te houden, alleen op de oostelijke kabel gereden en kon niet in de laadkelders worden geladen. Belading vond toen plaats door het net op de grond te laten zakken en het dan vanuit een auto vol te storten. Ook voor het grind voldeed deze methode. In de beginfase van het werk moesten herhaaldelijk vrij veel gondels uit het circuit genomen worden voor het opheffen van storingen. Daar echter het hiervoor bestemde garagespoor slechts plaats biedt aan vier gondels, zou het circuit geblokkeerd zijn wanneer meer dan vier gondels buiten bedrijf waren. Om dit te voorkomen werden drie gondels van het spoor afgenomen en op de grond gezet. Het garagespoor kon nu worden gereserveerd voor kleine reparaties en voor het gewone onderhoud, zoals doorsmeren en olieverversen. In de beginperiode werden ook met de installatie voor de verwerking van de nieuwe materialen enige moeilijkheden ondervonden. Het bleek, toen de vulinstallatie stond opgesteld, nog nodig tal van veranderingen aan te brengen. Ook het automatisch hydraulisch systeem voor het successievelijk openen van de bodem- kleppen der transportkubels moest nog worden afgeregeld. Vooral in de eerste weken verliep het zandzakkenbedrijf met horten en stoten, maar allengs begon het vlotter te lopen. Zolang het vullen en het afstellen van de kubels nogal veel tijd vergde, werden bij 506 Grof grind wordt uit het net gestort

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 8