D. De werken tot indijking van de Lauwerszee
Werken en meten in de Lauwerszee
De Lauwerszee is een typisch Waddengebied.
De plaatselijke gesteldheid is volkomen anders dan in andere delen van ons land waar
grote werken worden uitgevoerd, in het Deltagebied dus en in de afgesloten Zuiderzee.
Daar vindt men over het algemeen vrij diep water, dat behoorlijk bevaarbaar is; hier
treft men hoofdzakelijk uitgestrekte zandplaten aan, die slechts plaatselijk door geulen
doorsneden worden. Op het IJsselmeer heeft men een vrijwel vaste waterstand; in het
Deltagebied gaat het water gemiddeld 1,80-3,00 m op en neer; in de Lauwerszee 2,40 m.
Nu voor het eerst op grote schaal, gedurende vele jaren waterbouwkundige werken op
de Wadden worden uitgevoerd, is het misschien interressant enkele problemen die hierbij
komen kijken, onder de loep te nemen.
De eerste medewerkers van de Dienst Lauwerszeewerken waren door de aard van hun
werkkring bijzonder goed op de hoogte van de problemen van de Waddenzee.
Vrijwel allen immers zijn zij voormalige medewerkers van de Dienst Landaanwinnings-
werken in Friesland, en als zodanig zijn ze betrokken geweest bij de uitgebreide landaan-
winningswerken in het zuidelijke en het westelijke deel van de Lauwerszee. Voortbou
wende op hun ervaringen heeft men langzamerhand zowel bij de voorbereidende werk
zaamheden als bij de eigenlijke uitvoering van de afsluitingswerken een grote mate van
aanpassing aan de natuurlijke gesteldheid van het terrein bereikt; dat waarborgt onder
andere de meest efficiënte en zuinige opzet der voorgenomen werken.
De Lauwerszee, die van oost naar west ongeveer 8 km meet en van noord naar zuid
12 km, is per boot slechts zeer beperkt toegankelijk. In het noordwestelijke gedeelte ligt
de hoofdgeul, het Vaarwater naar Oostmahorn, met diepten tot N.A.P. - 12 m. Onder de
naam Slenk strekt het zich verder in de Lauwerszee uit; het heeft verbindingen met
Dokkumer Nieuwe Zijlen en Zoutkamp via het Dokkumer Diep en de Zoutkamperril. Een
kleinere geul, het Nieuwe Robbengat, met een diepte van ongeveer N.A.P. 4 m, is bij
hoog water over een drempel aan de westzijde toegankelijk voor niet al te grote schepen
en kan dan over ongeveer 3 km naar het oosten bevaren worden. De overige, kleinere
geulen in de Lauwerszee zijn nauwelijks bevaarbaar. Alleen bij hoog water kunnen vletten
en soortgelijke platboomde vaartuigen zich erop wagen. Een voor de werken gunstige
537