mengsel, dat uit de voorraadsilo van de vuIinstaIlatie in de zakken stroomde. De vul- installatie bestond uit een stalen bak, waarin door een transportband zand werd gestort. Door pijpen in de bodem van de bak werd water naar binnen gepompt, waardoor een vloeibaar water-zand-mengsel werd verkregen. Door een viertal beweegbare uitstroom leidingen kon dit mengsel in de zakken stromen, waarbij al dan niet emulsie kon worden toegevoegd. Bij de voor dit doel ontwikkelde installatie traden herhaaldelijk storingen op, waardoor nogal eens stagnaties in het bedrijf ontstonden, die een aanzienlijke capaciteits vermindering veroorzaakten. Daarom werd in de loop van oktober en november het stort- vak voor de zakken steeds verder ingekort. Daarenboven bleek, dat het zand-asfaltprodukt van sterk wisselende kwaliteit was, o.a. doordat de zand-water-verhouding niet constant was. Door de wisselvallige samenstelling van het produkt werd een aanzienlijk deel van de zakken gevuld met een ondeugdelijk mengsel, hetgeen de stabiliteit nadelig be ïnvloedde. Tenslotte bleek het weefsel van de zakken bij grote stroomsnelheden niet zand- dicht te zijn, waardoor de met zand gevulde zakken leegspoelden. Dit verschijnsel trad ook op bij de slechte stabilisatiemengsels. Door bovengenoemde oorzaken verminderde de hoogte van de opgestorte dam herhaaldelijk, vooral in perioden van grote stroom snelheden, tijdens springtij of in het weekeinde, wanneer gedurende enkele dagen niet werd bijgestort. Overigens dient hierbij vermeld te worden, dat tevoren een regelmatig optredende tijdelijke kruinverlaging was voorzien, omdat erop gerekend werd dat de zeer steil opgebouwde zakkenwand gedeeltelijk zou omvallen. Van uit de transportkubels vallen de zakken immers als grote eenheden steeds in precies hetzelfde tracé en bouwen zodoende een zeer steile dam op. Indien door het telkens omvallen van de kruin de basis van de dam zich regelmatig zou verbreden, was dit een te accepteren opbouwmethode; in feite echter bleken de van de kruin verdwenen zakken niet aan de voet terug te vinden. Er kwamen kruinverlagingen voor van 1 a 1,5 m en zelfs van 2 m per weekeinde. Nadat het vak, waarin zakken met zandasfalt werd gestort, geleidelijk was ingekort, werd ten slotte eind november besloten, ook de Bocht van Sint-Jacob verder geheel met steen te sluiten. De zogenaamde zandasfaltkluiten - met asfaltemulsie gestabiliseerd onverpakt zand - zijn vanwege de teleurstellende resultaten met de zakken niet meer beproefd. Wel is, zij het op kleine schaal, nog een proef genomen met warm zandasfalt als stortmateriaal. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 13