BOVEN AANZiCHT TRACÉ STORTKABEL K R UI N L V N STENEN SLUIT DAM Geschematiseerde voorstelling van de afwijking van de kruinlijn t.o.v. het tracé van de kabel Indien dit zandafsalt te warm werd gestort, viel het uit elkaar, maar als men het mensel in een depot tot circa 80° C. liet afkoelen, konden samenhangende kluiten worden gestort; een kort damvak werd met zulke kluiten opgestort. In feite is deze proef niet goed tot zijn recht gekomen, daar dit vak naast het zakkenvak lag. Door de regelmatige kruin verlaging vormde dit zakkengedeelte in het gehele beeld van de overstromende dam eigenlijk een apart sluitgaatje. Hierin traden zeer grote snelheden op, waardoor ook het naastliggende warme zandasfalt een extra stroomaanval moest verduren, zodat het ge deeltelijk door de stroom werd meegevoerd. Met het stortmateriaal steen werden geen moeilijkheden ondervonden. In de kritieke fase, waarin grote stroomsnelheden - groter dan 3 m/sec optraden, werden hellingen gemeten van 1 :13/* a 1 2. In de laatste fase, waarin de dam verder werd opgebouwd zonder dat nog water over de kruin kon stromen, werd het talud veel steiler en bedroegen de hellingshoeken 1:1a 1 1,2; plaatselijk vormden zich zelfs nog steilere hellingen tot 1 0,8. Ten aanzien van de stenen dam kan nog worden opgemerkt, dat door het 'leegschenken' van de steennetten de steen iets zijdelings neervalt van de kabel, van waaraf gestort wordt. De afwijking tussen het tracé van de kabel en de kruinlijn van de opgestorte dam is afhankelijk van de storthoogte. Nabij de pylonen, waar de storthoogte groter is, be draagt deze afwijking meer dan in het midden van een overspanning. De kabelbaan als transportapparaat Naast het optreden van gebreken in de mechaniek van de gondels was het ook de kabel baaninstallatie zelf, die, vooral in de beginperiode van de sluiting, oorzaak is geweest van stagnaties. Door het ontijdig leegstorten van een net met stenen, waardoor deze in een pyloon terecht kwamen, werd het windverband van die pyloon zodanig beschadigd, dat de reparatie ervan noopte tot stopzetting van het werk gedurende enkele dagen. Een andere keer trad schade op doordat een kubel zijn inhoud van zandzakken in de pyloon verloor. Door het vastraken van de scharnierende bevestigingspunten van de kabels aan de contra gewichten werd eveneens stagnatie ondervonden. Met het verhelpen van het euvel was 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 14