ongeveer een week gemoeid en in deze periode kon niet in circuit worden gereden maar moest over één enkele kabel heen en weer worden gereden. Ook door defecten aan de gondels, vooral in de eerste periode van de sluiting, was het nogal eens nodig heen en weer te rijden over één of soms beide kabels. Het garagespoor aan het eind van de baan bleek vooral in het begin te kort te zijn om alle gondels met mankementen een plaats te bieden. Soms moesten daarom ook defecte gondels op de werkbaan blijven, waardoor het circuit geblokkeerd werd. In de latere periode van het werk was dit veel minder het geval. De moeilijkheden met de gondels waren van verschillende aard. Zo bleek het dat het systeem waarmee de aangedreven draagwielen waren geborgd op hun assen, niet vol deed. Daarom werden bij alle gondels nieuwe assen aangebracht met een gewijzigd borg systeem. Ook deden zich moeilijkheden en defecten voor die niet bij alle gondels optraden en ook niet steeds in dezelfde mate. Enkele worden hieronder genoemd. In het begin vooral trad er nogal eens lekkage op in het systeem van hydraulische leidingen. Een aantal tandwielkasten en ook een paar versnellingsbakken liepen ernstige schade op, zodanig zelfs dat ze moesten worden vervangen. Het mechanisme voor het leegstorten van het net wordt aangedreven door een hydrau lische motor (oliemotor). Van een aantal van deze oliemotoren moesten enkele onder delen worden vervangen. Omdat een maximale transportcapaciteit reeds werd bereikt bij het in bedrijf zijn van 7 of 8 gondels, werden deze twee voertuigen niet gerepareerd, maar aan de grond gezet. Zij hebben daarna verschillende onderdelen geleverd, noodzakelijk voor het herstellen van de in bedrijf zijnde gondels, en zijn dan ook niet meer op de baan teruggebracht. Op de bijgaande grafiek is het aantal stortingen aangegeven dat door iedere gondel is verricht. Duidelijk is te zien dat hier grote verschillen optraden. Eind december was het sluitingsprogramma overigens zover gevorderd dat vrijwel over de hele lengte van de stortdam de kruinlijn op N.A.P. 2,50 m a 3,00 m lag. Het dag-en- nachtbedrijf werd daarom op 31 december beëindigd. Daarna is nog uitsluitend overdag gestort met slechts twee of drie gondels. Conclusie Na een aanvankelijk scepticisme, nog versterkt door de vele tegenslagen in de begin periode, is het vertrouwen in de kabelbaan als werktuig tijdens de afgelopen maanden zeer bepaald gestegen. Het experiment heeft zeer waardevolle gegevens opgeleverd en de kabelbaan blijkt, zeker indien met stortsteen wordt gewerkt, een betrouwbaar en vol waardig hulpmiddel te zijn. Vooral dank zij het automatische bloksysteem, dat de baan in blekken verdeelt en door middel van verkeerslichten, kon ook bij duisternis en bij mist nor maal worden doorgewerkt. Voor wind bleek de kabelbaan minder gevoelig te zijn dan was verwacht. Bij een windkracht 7 a 8 dwars cp de baan kon nog worden gewerkt. Zelfs werd nog gereden bij windkracht 8 a 9, mits de wind stond in de lengterichting van de baan. Het ligt in het voornemen met verdere ontwikkeling van de kabelbaan voort te gaan. Bij de sluiting van de 1000 meter brede stroomgeul tussen de uitwateringssluizen in het Haringvliet en de oever van Voorne - het Rak van Scheelhoek - zal waarschijnlijk weder om gebruik worden gemaakt van deze baan. Binnen afzienbare tijd zal dan een beslissing kunnen en moeten worden genomen of en in hoeverre een kabelbaan bij de afsluitingen van Brouwershavensche Gat en Ooster Schelde zal worden toegepast. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 15