Gemeten getijlijnen van het sluitgat GROOTSTE EB VERVAL VÓÓR LW 25 1 26 I 27 1 28 29 30 I 3p A H VA B'J STAPPENBAAK IT T L W B'J STAPPENBAAK IT Fig. 5. Verloop van de grootste vervallen vlak voor laagwater over de periode 1 oktober—31 december 1964 <L L S. 22 '1 23' 24 r 25 I 26 1 27 I ZB I 29" 30 "r 31 i Op deze laatste datum kon de ebsnelheid, die nabij laagwater voorkwam, niet meer gemeten worden vanwege de te hoge lig ging van de dam. Voor zover bekend zijn gedurende de ge hele sluitingsperiode snelheden groter dan 4 m/sec nagenoeg niet voorgekomen. Tenslotte is in figuur 5 het verloop ge tekend van de grootste vervallen, die per getij vlak vóór laagwater voorkwamen gedurende de sluitingsperiode van l okto ber tot half december. Gesuperponeerd op de variaties van deze vervallen van doodtij naar springtij, geeft deze figuur een regelmatige toename te den, die belangrijk sterker werd na 17 november 1964. Tenslotte hebben deze vervallen waarden bereikt van ongeveer 80 cm gedurende een hoog springtij. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 21