werkt in de zuidelijke hoofdgeul (de diepste en omvangrijkste) heeft ertoe geleid dat het
dijkvak op deze plaat voorrang krijgt.
Algemene beschouwingen betreffende het ontwerp van een damprofiel kan men vinden
in het artikel 'Het dwarsprofiel van de afsluitdam in de Lauwerszee' van het Driemaande
lijks Bericht nummer 25, augustus 1963, blz. 256 e.v. Om het meest verantwoorde dwars
profiel te bepalen zijn verschillende onderdelen van dit profiel nader bestudeerd
en vele mogelijkheden met elkaar vergeleken. Zo is voor het buitenbeloop een
onderscheid gemaakt tussen het gedeelte in het tijgebied (het tijbeloop) en het gedeelte
van het beloop boven het tijgebied. De grens tussen beide gedeelten wordt enerzijds
bepaald door uitvoeringstechnische redenen (bescherming van het zandlichaam tegen
golfaanval tijdens de opbouw) en anderzijds door de onder de gesloten talud-bekleding
optredende wateroverdrukken. De wateroverdrukken onder de bekleding zijn gemeten in
een elektrisch model. Een scheiding op N.A.P. 2,50 m bleek gunstig. Bij deze onder
zoekingen werden verschillende taludhellingen en dichtheden van het in de teenkade te
verwerken materiaal in beschouwing genomen. Voor de helling van het beloop bleek een
talud van 1 4 het gunstigst. Wat de dichtheid van het tot perskade verwerkte materiaal
betreft, de doorlatendheid van normale mijnsteen die in het deltagebied voor de bouw
van perskaden het meest in aanmerking komt bleek een vrij dikke bekleding te vereisen.
Proeven wezen uit dat een aanmerkelijke besparing kan worden verkregen indien het
materiaal van de perskade geen hogere doorlatendheid heeft dan zand. Onderzocht
wordt of een materiaal met lage permeabiliteit en gunstige verwerkingseigenschappen kan
worden verkregen door menging van mijnsteen met zand. Tot nu toe zijn echter geen gun
stige resultaten bereikt. In het gedeelte in het tijgebied zal de bekleding bestaan uit met
asfalt ingegoten stortsteen. Met dit type bekleding zijn gunstige ervaringen opgedaan;
het voldoet n.l. het meest aan de specifieke eisen en omstandigheden van de tijzone.
Een andere faktor die de dikte van de taludbekleding in de tijzone moet bepalen is het
soortelijk gewicht van het bekledingsmateriaal. Om de dikte te verminderen onderzocht
men de toepassingsmogelijkheden van steensoorten met een hoog soortelijk gewicht; een
groot probleem blijkt daarbij het vinden van een materiaal met de juiste gradering.
Boven de tijzone zijn de wateroverdrukken niet meer maatgevend voor de dikte van de
taludbekleding. Tot een hoogte van N.A.P. 5 m moet de dikte van de bekledingslaag