3
3 Extra heflast van een inwendig door ijs afge
sloten schuif
dikke afsluitende ijslaag kunnen vormen. De dikte ervan kan berekend worden als onder
meer het verloop van de luchttemperatuur in de schuif bekend is. Dergelijke berekeningen
hebben aangetoond dat na een zeer langdurige, strenge vorstperiode de ijsdikte wel
40 tot 50 cm zal kunnen bedragen. De juistheid van deze berekeningen kon worden ge
verifieerd aan de hand van een onderzoek bij de Technisch Physische Dienst van het
T.N.O. en de Technische Hogeschool te Delft. Dit onderzoek omvatte een serie proeven
met een model van een deel van een schuif in een waterbassin dat stond opgesteld in
een vriesruimte.
Wordt de schuif met de afsluitende ijslaag geheven, dan kan er onder de ijslaag geen
lucht toetreden, het water kan niet uitstromen en moet dus mede geheven worden. Be
rekeningen hebben uitgewezen, dat de onder het ijs gevormde onderdruk het ijs doet
breken voordat de schuif geheel boven water is zolang de ijsdikte minder bedraagt dan
ongeveer 20 cm. Bij grotere dikte blijft het ijs heel. In dat geval bedraagt de extra belasting
van de hefwerktuigen maximaal 350 ton per schuif. Hierbij komt nog een bedrag van
maximaal 100 ton voor op en in de schuif gevormd ijs, zodat de totale extra last per schuif
35