op de benedenrivieren ten noorden van de Volkerakdam zullen na de afsluiting van het Haringvliet, die naar verwachting in 1969 zal plaatsvinden, meer dan thans worden be paald door de opperwaterafvoeren, en wel voornamelijk door de afvoer van de Rijn en de in afhankelijkheid daarvan in te stellen kunstmatige opperwaterverdeling en veel minder door het getij op zee. Op de Deltawateren ten zuiden van de Volkerakdam zullen in de toekomst min of meer vaste zomer- en winterpeilen worden ingesteld. Het is dus te verwachten dat voor een groot aantal scheepswerven de maatgevende standen betrekke lijk grote veranderingen zullen ondergaan. In verband met het hellingen of de stapelloop van schepen kunnen voor bepaalde scheeps werven veranderingen in de minimale stroomsnelheden of stroomkenteringen van belang zijn. Het is in deze gevallen in de eerste plaats van belang vast te stellen wat in dit opzicht maatgevend moet worden geacht voor elk van de betrokken bedrijven. Uit het vorenstaande volgt reeds dat elke scheepswerf zijn eigen problemen heeft. De meest voorkomende typen kunnen hier dan ook slechts sterk schematiserend worden besproken. Daarbij zal onderscheid worden gemaakt tussen nieuwbouw- en reparatie hellingen, terwijl beide categorieën onderscheiden worden in langs- en dwarshellingen. Nieuwbouwhellingen Een nieuwbouw-langshelling is een schuin aflopend terreingedeelte al dan niet voorzien van een vaste hellingbaan, waarop nieuwe schepen worden gebouwd en te water gelaten. In zijn meest eenvoudige vorm is de helling een grondzate. Meestal omvat de helling evenwel een al dan niet gewapende en/of onderheide betonconstructie, die de goten draagt waarin de sleden kunnen bewegen waarop het nieuwe schip wordt gebouwd. Verder omvat de helling meestal een vaste werkvloer, bijvoorbeeld van betontegels of betonplaten, mogelijk geflankeerd door een kraanbaan. Naar gelang van de grootte van het te bouwen schip varieert het afschot van de helling van ongeveer 1 20 voor grote schepen tot 1 12 voor kleine vaartuigen. Bij een tewater lating dient het afschot voldoende groot te zijn om het schip, nadat de laatste borg is verwijderd, uit zichzelf in beweging te doen komen. De kiel van het schip krijgt vaak iets meer afschot. Afhankelijk van het type en de grootte van het schip in relatie tot de 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 14