Sloperijen Een goede bedrijfsvoering van een in het Deltagebied veel voorkomende vorm van scheeps- sloperij hangt af van een normaal optredend tijverschil; bedrijven die zich hiermee bezig houden zijn dan ook voornamelijk gelegen aan rustig, diep water met een flauw hellende oever op plaatsen waar het tijverschil gunstig is. Het te slopen schip wordt bij hoogwater naar zijn plaats gesleept en zover gesloopt dat de geringere diepgang toelaat het vaartuig bij hoogwater dichter naar de oever te bren gen. Zo gauw het water zakt en het schip op de bodem rust, wordt het bij lagere water standen verder gesloopt, waardoor het opdrijvend vermogen toeneemt en het casco weer dichter bij de oever kan komen. Deze werkwijze herhaalt zich totdat de kiel bij laagwater vrijkomt en in stukken naar de opslagplaats kan worden gebracht. Zou het maatgevende tijverschil dalen van bijvoorbeeld 1,5 m tot 30 cm dan wordt deze werkwijze zeer tijdrovend of zelfs onmogelijk. Dan zal moeten worden gezocht naar een andere wijze van slopen. Het onderste deel van het schip zal daarbij waarschijnlijk de meeste moeilijkheden opleveren. In het vorenstaande is aangenomen dat de voorzieningen die een bedrijf behoeft voor het volledig herstel van zijn huidige mogelijkheden ook metterdaad worden getroffen. In de praktijk is dit niet altijd het geval. De kosten van de aanpassing moeten in een rede lijke verhouding staan tot de schade die er door wordt bespaard. Het is waarschijnlijk dat langs de benedenrivieren wel enkele kleinere werfjes liggen waar de aanpassing meer zou kosten dan liquidatie van het gehele bedrijf. Verschillende bedrijven zullen evenwel tamelijk ingrijpende voorzieningen moeten treffen, en zij moeten dan ook zorgvuldig overwegen of dit moment wellicht geschikt is voor invoering van bepaalde verbeteringen in het bedrijf, van een gewijzigde bedrijfsvoering of van andere produktiemethoden, van concentratie of produktiespreiding over een aantal bedrijven. Ook zal men bij de thans uit anderen hoofde in het bedrijf te verrichten in vesteringen rekening moeten houden met de consequenties van de te verwachten ver anderingen in de waterstanden en de waterbeweging. Behalve voor de bedrijven zelf kan er wat dit betreft ook voor anderen aanleiding zijn zich te beraden op de toekomstige nieuwe situatie; dit geldt met name voor de gemeenten waarin de bedrijven gelegen zijn. De ligging van veel vooral kleinere bedrijven temidden van de overige bebouwing is dikwijls zeer ongelukkig; de voorzieningen in verband met de uitvoering van de Delta werken kunnen misschien met voordeel door de belanghebbenden worden aangegrepen om tot een sanering van dergelijke situaties te komen. Artikel 8 van de Deltawet opent de mogelijkheid tot het verlenen van tegemoetkomingen door het Rijk in schade die ontstaat door de afsluiting van de zeegaten; bij afzonderlijke wet zullen hiervoor regels worden opgesteld. Het zal duidelijk zijn dat de tegemoetkomingen geen betrekking kunnen hebben op de extrakosten van verbeterings- en saneringsmaatregelen; deze kosten zullen in elk geval door de bedrijven zelf moeten worden gedragen. De verschillende langs de Deltawateren gelegen bedrijven dienen in de eerste plaats elk voor zich na te gaan welke gevolgen de veranderingen in de waterstanden en de water beweging op deze wateren voor hun bedrijf zullen hebben en of, en zo ja hoe hun bedrijf daaraan dient te worden aangepast. Voor inlichtingen omtrent de te verwachten veranderingen in de waterstanden en de water beweging kan men zich wenden tot de Deltadienst, afdeling Waterhuishouding c.a., Van Hogenhoucklaan 60 te 's-Gravenhage. 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 22