D. De werken tot indijking van de Lauwerszee Aanleg van het dijkgedeelte onder de Friese kust Van de dijk ter afsluiting van de Lauwerszee kwamen in de afgelopen jaren het werkeiland met een aangrenzend dijkvak van 1,5 km oostwaarts en een dijkvak van 3,5 km aan de Groninger kust gereed. Daartussen bevindt zich nog een opening van 3,5 km breedte. Aanleg van een dam in dit gat zal de doorstroming van de Ballastplaat naar het Oort en het Vierhuizergat blokkeren, en de stroming door het Nieuwe Robbengat, ten zuiden van het werkeiland, vergroten. Teneinde het werken in de omgeving van het sluitgat naar ver mogen te vergemakkelijken heeft men besloten de 3,5 km brede opening in een zo laat mogelijk stadium van de afsluitingswerken te dichten, zodat de versterkte stroming door het Nieuwe Robbengat slechts over een korte periode zal optreden. Aan de Friese zijde van het Vaarwater naar Oostmahorn de hoek van de Bant zijn tot dusver geen werken uitgevoerd. Dit uitstel werd gemotiveerd door de mening, dat aanleg van werken op de Hoek van de Bant grote invloed zou uitoefenen op het stroombeeld daar ter plaatse en in het aangrenzende sluitgat. Uitvoerige metingen en berekeningen echter hebben uitgewezen dat de overtrek van water uit de Lauwerszee via de Hoek van de Bant naar de Zoutkamperlaag zoveel geringer is dan werd vermoed, dat dijkwerken hier geen bijzondere moeilijkheden zullen ontmoeten en ook geen ingrijpende gevolgen zullen hebben voor het stroombeeld in het sluitgat. Bij de Lauwerszeewerken is tot dusverre gebruik gemaakt van hulpeilanden die aan voor het baggermaterieel bevaarbare geulen zijn gelegen. Het voornaamste steunpunt bij de aanleg van de werken is wel het werkeiland aan het Oort, waarop ook het werkkamp 'Lauwersoog' ligt. De losplaats aan het Vierhuizergat is eigenlijk niet anders dan een dijk vak ter lengte van bijna 500 meter dat nog niet onder definitief profiel is gebracht en in vlakke toestand goede diensten doet als haventerrein. Toen deze losplaats in 1963 was aangelegd kon men in het daaraanvolgend jaar met gebruikmaking van alle faciliteiten die het eiland bood, zeer snel het dijkvak aanleggen dat aansluit op de Groninger kust. Dat de dijkbouw hier voorspoedig verliep is te danken aan het gunstige zomerweer en aan de grote capaciteit van het door de aannemer gebezigde materieel. Dit jaar wordt een dijkvak aangelegd dat aansluit op de Friese kust. Ook hier denkt men uit te gaan van een zeewaarts van de dijk gelegen steunpunt, in dit geval een losplaats op de Hoek van de Bant. De voornaamste redenen voor deze keuze zijn, dat de materialen zand en bekledingsklei nabij of in de Lauwerszee zullen worden gewonnen en dus over het water moeten worden 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 47