Verloop van de opslingeringsfactor als functie van
de verhouding van de resonantieperiode (Tr) en de
beschouwde periode (T) bij verschillende waarden
van de weerstandsfactor (K)
geval van resonantie van seiches nader bezien. We kiezen daartoe een sinusoidaal ver
lopende seiche met een golflengte van vier maal de lengte van het kanaal waarin ze
optreedt.
Een verstoring bereikt in dit geval na een kwart periode vanaf de mond het einde van
het kanaal. Als de top van de eerste seiche zich bevindt in de mond van het kanaal is
de waterspiegel bij de dam dus nog net in rust.
Na de volgende kwart periode bereikt de eerste top het einde van het kanaal. De golf
wordt daar volledig gereflecteerd, zodat haar top tweemaal zo hoog wordt. Deze terug
gekaatste golf, waarvan de hoogte gelijk is aan die van de seiche in de mond, loopt daarna
weer naar de mond, en haar top bereikt de mond juist op het tijdstip van het dal van de
eerste seiche, nl. een halve periode nadat de eerste top zich in de mond bevond.
Daar de zeestand door de aflopende golf niet wordt beïnvloed, heeft ook hier reflectie
plaats, maar dan in tegenovergestelde richting als aan het einde van het kanaal; zodanig
dus, dat de top gereflecteerd wordt in een dal. Deze gereflecteerde golf heeft dan een dal
dat even laag is als het dal van de golf aan het begin van het kanaal, die in de zee
is opgewekt.
Het dal van de aan de mond teruggekaatste golf beweegt zich, tezamen met het dal van
de nieuwe seiche, weer naar het afgesloten einde. Het dal, dat hierdoor tweemaal zo diep
is geworden, wordt bij het einde volledig teruggekaatst. Het gevolg is dat het dal van de
gecombineerde golf, nl. dat van de het kanaal oplopende en de teruggekaatste golf
tezamen, bij de dam vier keer zo laag wordt als dat van de seiche bij de mond. Daarna
loopt de teruggaande golf, die tweemaal de dalhoogte van de seiche heeft, weer naar de
mond en wordt daar in een golf waarvan de top tweemaal de hoogte van de seiche zelf
heeft, bij de dam teruggekaatst.
Tezamen met de top van de daar optredende seiche loopt deze golf het kanaal weer op
en wordt aan het einde ervan opnieuw volledig teruggekaatst. De top bij de dam van de
totale golf wordt dan zes keer zo hoog als die van de seiche bij de mond. Immers, het
gecombineerde hoogwater van de bestaande seiche en van de het kanaal oplopende bij
de mond teruggekaatste golf is driemaal zo hoog als dat van de seiche zelf. Tezamen met
de daar veroorzaakte teruggekaatste golf is de totale hoogte zesmaal zo groot.
Door de opvolgende terugkaatsingen wordt de golftop bij de dam steeds hoger, en dus
achtereenvolgens tweemaal, zesmaal, tienmaal, veertienmaal, enzovoort. Het golfdal
140