Daar de stroomsnelheden die worden opgewekt door een duweenheid maatgevend zijn voor de aan de constructie te stellen eisen, werden de proeven alleen met dit scheepstype uitgevoerd. De duweenheid waarmee de modelproeven werden gedaan bestond uit een duwboot met tweemaal twee duwbakken van het grote, 'Franse' type. de afmetingen zijn: lengte breedte diepte waterverplaatsing duwboot 38 m 10 m 1,8 m 468 m3 duwbak 76,5 m ll,4m 3 m 2 443 m3 duweenheid 191 m 22,8 m 3 m 10 240 m3 De duwboot wordt voortgeduwd door twee schroeven in tunnels, elk aangedreven door een motor van 750 pk. In verband met het feit dat in het model in de scheepsweerstand een schaaleffect voor komt, moest in het model een relatief groter toerental van de schroeven worden in gevoerd. Bijgevolg is in het model de snelheid van de schroefstroom iets te hoog. De invloed van de schroefstroom op de maximale retourstroom en omgekeerd is echter klein. De proeven werden uitgevoerd bij een waterstand van N.A.P. 2 m, dat is de gemiddelde L.W.-stand na de afsluiting van het Volkerak. Door afwaaiing kunnen lagere waterstanden voorkomen, en ter bredere oriëntatie werden daarom enkele proeven gedaan bij een waterstand van N.A.P. 3 m. De invaarproeven kunnen worden verdeeld in twee groepen, naar gelang de voorwaarden waarvan zij uitgaan, namelijk: Randvoorwaarde A: scheepssnelheid op 250 meter van de sluismond 1,55 m/sec. Aange nomen wordt dat een ter plaatse bekende schipper onder gunstige omstandigheden met deze snelheid zal kunnen invaren. Randvoorwaarde B: scheepssnelheid op 250 meter van de sluismond 1,85 m/sec. Op het moment dat de boeg van de duweenheid de sluismond passeert, wordt het toerental verhoogd tot het in de werkelijkheid voorkomend maximum. De snelheid van de schroef stroom is dan op schaal. Het doel van deze proef is het binnenvaren onder extreme omstandigheden na te bootsen en daarbij de invloed van de hoogst mogelijke schroef- stroomsnelheden op het stortebed na te gaan. Een gedeelte van de sluisinvaart en de sluis- 146

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 36