stroom als van de schroefstroom kon zijn. De aard van het maximum kon worden vast gesteld doordat met de snelheidsregistratie de positie van het schip tijdens het invaren was vastgelegd. Daar de snelheden slechts in vier punten simultaan konden worden gemeten, moesten, om een goed beeld van de snelheden te krijgen, de proeven vele malen worden herhaald, waarbij de meetinstrumenten telkens in andere punten werden op gesteld. De bij deze methode onvermijdelijke spreiding in de meetresultaten kon met behulp van de in het referentiepunt, meetpunt 1, gemeten snelheden worden herleid tot gemiddelde waarden. In de volgende figuur is een overzicht gegeven van het gebied waarin de retourstroom maximaal is en van het gebied met maximale schroefstroom, zowel voor randvoorwaarde A als voor B. 1 Aard van de maximale snelheden bij randvoorwaarde A en B 2 Snelheidsverdeling langs de bodem bij randvoorwaarde A en B 148

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 38