Daaronder is de grootte van de stroomsnelheid langs de bodem in het meetgebied weer
gegeven.
Ter verklaring van de figuren kan het volgende worden opgemerkt:
De retourstroom is overheersend in het gebied vlak bij de sluismond. Vooral langs de hoek
met het sluiseiland treden grote retoursnelheden op. De maximale retourstroom waaiert
sterk naar bakboordzijde uit en zwakt betrekkelijk snel af. In het verlengde van de sluisas
treden hoge schroefstroomsnelheden op in een strook ongeveer ter breedte van een
duwboot.
Verband tussen stroomsnelheid en korrelafmeting van het bodembeschermingsmateriaal
Uit beschouwingen over de stabiliteit van losse materialen in stromend water werd de
verhouding afgeleid tussen de afmeting en het gewicht van de in het stortebed te ver
werken steen of grindkorrel enerzijds en de gemiddelde kritieke snelheid anderzijds.
Onder de kritieke snelheid wordt verstaan de snelheid waarbij het materiaal nog net in
rust blijft. Wordt deze snelheid overschreden, dan komt het materiaal in beweging. In
onderstaande tabel worden enige bij elkaar behorende waarden van kritieke snelheid en
korreldiameter genoemd.
kritieke snelheid
gemiddelde korreldiameter
0,8 m/sec
0,3 cm
1,1 m/sec
0,5 cm
1,4 m/sec
0,9 cm
1,8 m/sec
1,8 cm
2,3 m/sec
4,0 cm
Men moet wel bedenken dat deze waarden slechts gelden voor de hierboven genoemde
omstandigheden en voor materialen met een soortelijke dichtheid van 2650 kg/m3.
Met behulp van de verkregen modeluitkomsten kon nu het materiaal voor het stortebed
worden gekozen en kon men de uitgebreidheid van het stortebed bepalen. Ter toetsing
werden in het model nog enkele proeven verricht met losse materialen als stortebed. De
uitkomsten bevestigen de juistheid van de tabel.
Nadere bepalingen
1. Aangezien er ook duweenheden ter breedte van één duwbak voorkomen, waarbij de
duwboot dichter langs de wanden kan varen, was het raadzaam de zone die hoge
schroefstroomsnelheden toelaat te verbreden en de bestorting aan de randen net zo zwaar
te maken als in het middengedeelte. Ook om uitvoeringstechnische redenen maakt men
een stortebed bij voorkeur geheel uit hetzelfde materiaal.
2. In verband met de stabiliteit van de muren aan de Volkerakzijde diende het stortebed
aan de teen van de muur ook voldoende zwaar te zijn, ter voorkoming van grote ont
grondingen.
3. Op enige afstand van het kunstwerk kan men het stortebed beëindigen, aangezien hier
zonder gevaar enige ontgronding door de schroefstroom kan worden geduld.
149