Situatie van de te versterken zeedijk voor de polder Oud-Herkingen. De golfoplopen der dijkvakken is in meters aangegeven hoger dan wanneer een kleikap zou worden aangebracht. Dijkvak II en III konden zonder bezwaar met grond worden opgehoogd. Daar het waterkerende vermogen van een dijklichaam achteruitgaat indien het gezette en goed met gras begroeide buitenloop wordt vergraven en het enige jaren duurt eer na zo'n ingreep hetzelfde waterkerend vermogen weer wordt bereikt, is er, in verband met de korte periode waarin de verhoging praktisch nut heeft, van uitgegaan dat het buiten beloop van de te versterken zeedijk onaangeroerd moest blijven. De noodzakelijke ver zwaring diende dus voor de dijkvakken II en III aan de landzijde van het dijklichaam te worden aangebracht. Het Waterschap 'De Dijkring Flakkee' heeft, in nauw overleg met de Provinciale- en Rijks waterstaatsdiensten, een plan opgesteld tot versterking van 3100 m van de ruim 4000 m lange zeedijk langs de polder Oud-Herkingen, en wel als volgt: aanbrengen van een kleikap op de dijkkruin en landinwaarts verzwaren van de dijk over ongeveer 2400 m; plaatsing op en gedeeltelijke ingraving in de dijkkruin van vooraf vervaardigde perron- wanden over ongeveer 700 m. De uitvoering van het werk werd voor f633 500,— opgedragen aan de firma G. van Herk Tzn. te Nieuwerkerk a/d IJssel, terwijl de levering van de perronwanden werd gegund aan de firma P. L. van den Ban te Rotterdam voor een bedrag van f24 404,—. Met de ver sterking van de zeedijk zal dus in totaal ongeveer f658 000,— zijn gemoeid. Met de uitvoering van het werk is op 1 februari 1965 een begin gemaakt en, naar het zich laat aanzien, zal op of omstreeks 1 augustus de oplevering kunnen plaatsvinden. De bekledingsgrond van het binnentalud en de binnenberm wordt afgegraven en voor lopig in depot opgeslagen, de ontstane ontgravingen worden daarna met zand aangevuld, en daarop wordt dan de oude bekledingsgrond weer aangebracht. Het voor de aan vulling benodigde zand wordt weggegraven uit de kernen van oude binnendijken, en per as naar het werk vervoerd. De kap die op de oorspronkelijke kruin wordt gezet bestaat uit zgn. zoete klei, die per auto uit de polder Oostplaat-Flakkee in de gemeente Middel- harnis wordt gehaald. Het stukje nieuw buitenbeloop en de nieuwe kruin van de dijk worden bezood met tevoren uit het oude binnenbeloop en de oude kruin gesneden zoden. Het nieuwe binnenbeloop wordt met graszaad ingezaaid. De langs de binnenteen van de oude dijk gelegen drainageleiding wordt landinwaarts verlegd. In de kruin van dijk- 154

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 44