Verhoging van de zeedijk van de polder Oud-Herkingen op Goeree-Overflakkee
In de eerste maanden van dit jaar werd de dam door de Grevelingen voltooid en op 1
april werd het verkeer erover toegelaten. Het zal evenwel nog ongeveer zeven jaar duren
voordat de zeearm tussen Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee ook aan de mond
wordt afgesloten, door de dam door het Brouwershavensche Gat. Gedurende die zeven
jarige periode zullen als gevolg van de aanleg van de Grevelingendam in de zeearm
ten westen ervan hogere stormvloedstanden kunnen voorkomen dan tot nu toe. Deze
stormvloedverhoging zal nabij de dam ongeveer 30 cm bedragen, en naar het westen
afnemen tot ongeveer 5 cm nabij de monding. Op grond van deze gegevens heeft men
nagegaan welke van de bestaande zeedijken langs de zeearm verhoogd moesten worden
om een voldoende grote veiligheid te garanderen tussen de afsluiting van de Grevelingen
en die van het Brouwershavensche Gat. Toen een stormvloedstand met een voor zo korte
termijn aanvaardbare overschrijdingsfrequentie was vastgesteld, de verhoging ervan als
gevolg van de Grevelingendam erbij was opgeteld, en de te verwachten golfoploop per
dijkgedeelte was berekend, bleek het noodzakelijk, de zeedijk langs de polder Oud-
Herkingen te verhogen. De grootte van de golfoploop, die uiteraard sterk afhankelijk is
van de ligging van het dijkvak ten opzichte van de stormstreek, kan worden afgeleid
uit de ter plaatse verrichte waarnemingen en verzamelde vloedmerkgegevens. Voor de
onderhavige zeedijk bleken de golfoplopen te variëren van 2,8 m voor het westelijk
gedeelte tot 2 m en 0,9 m voor het zuidelijk en oostelijk gedeelte van de dijk.
De berekeningen leidden voor de vier dijkvakken waarin men de zeedijk langs de polder
Oud-Herkingen had verdeeld, tot de volgende conclusies:
noodzakelijke verhoging voor
dijkvak I ongeveer 20 cm
dijkvak II ongeveer 60 cm, tot N.A.P. 7,25 m
dijkvak III ongeveer 30 cm, tot N.A.P. 6,5 m;
dijkvak IV geen verhoging noodzakelijk.
Het is praktisch onmogelijk een betrekkelijk geringe verhoging, zoals benodigd voor
dijkvak I, door het aanbrengen van een grondophoging uit te voeren. Daarom werd be
sloten in plaats daarvan op de kruin een muurtje te plaatsen, en de bovenkant daarvan,
in verband met het verticale voorvlak, te brengen op N.A.P. 7,35 m, enkele decimeters
153